Wat is de welvaartswinst van een ambitieus klimaatbeleid? En met welke technologische opties kan dit ambitieuze klimaatbeleid worden vormgegeven? Dit zijn de twee centrale vragen in een studie die ECN (Energie Centrum Nederland) en SEO Economisch Onderzoek samen voor het ministerie van Infrastructuur en Milieu hebben uitgevoerd met als titel Kosten en baten van CO2-emissiereductiemaatregelen.

De ambitie van het klimaatbeleid is voor deze studie ingevuld via het bereiken van een CO2-emissiereductie van 80% in 2050. Het rapport onderzoekt welke maatregelen of opties kosteneffectief zijn voor het realiseren van deze doelstelling. Dit levert zicht op de directe kosten van klimaatbeleid. Denk daarbij aan de bronnen van energieproductie (zoals windenergie, biomassa, zonneenergie, kernenergie en andere vormen van opwekking) en opties voor energiebesparing. Daarnaast heeft klimaat- en energiebeleid bredere gevolgen in de economie. Zo is reductie van CO2-emissie te zien als een vorm van welvaartswinst waarvoor burgers en bedrijven bereid zijn te betalen. Dergelijke externe effecten vormen met andere woorden onderdeel van de welvaart.

Deze studie zet alle maatschappelijke kosten en baten van een ambitieus klimaatbeleid op een rij en bekijkt wat de impact op de welvaart is. Voorbeelden van maatschappelijke kosten die hierbij zijn gewaardeerd zijn zijn de kosten van de emissiereducerende maatregelen en de kosten van het overheidsbeleid dat nodig is om duurzame technologieën over de onrendabele top heen te helpen (via subsidie, normering of beprijzing). Aan de batenkant speelt vermeden CO2-emissie en luchtverontreiniging een rol, maar ook tijdelijke en langdurige effecten van duurzame investeringen op productie en werkgelegenheid evenals de maatschappelijke winst van een versterkte voorzieningsZekerheid en de baat van extra koopkracht door energiebesparing.

Alle berekeningen zijn uitgevoerd tegen de achtergrond van economische scenario’s. Deze scenario’s geven de mate van onZekerheid aan over de ontwikkelingen van de economie en de energiemarkt in de periode tot 2050. Belangrijke conclusie van dit rapport is dat een breed scala aan opties nodig is om tegen minimale kosten de emissies vergaand omlaag te brengen, ongeacht het economische scenario voor de toekomst. Op basis van kostenoverwegingen vallen op voorhand weinig opties af. Om tegen zo laag mogelijke kosten een vergaande emissiereductie te bereiken is het van belang goedkope opties, zoals wind op land en de goedkopere besparingsopties zoveel volledig mogelijk te benutten en waar mogelijk het potentieel te verruimen. Dit voorkomt dat er meer van de dure alternatieven nodig zijn. Bij opties met een lange implementatietijd vereist dit vroegtijdig anticiperen.

Het saldo van de maatschappelijke kosten en baten hangt sterk af van de mondiale context. Bij een wereldwijd klimaatbeleid, is het welvaartseffect in Nederland vooral positief, variërend van enigszins negatief tot zeer positief. Als alleen Europa vergaand klimaatbeleid voert is het saldo voor Nederland minder positief doordat de welvaartswinst van lagere Europese emissies niet kan worden meegeteld: andere landen zijn ten slotte niet gebonden aan de Europese doelstellingen. De bandbreedte in de berekende welvaartseffecten wordt vooral bepaald door de onzekere waardering van CO2 emissies. Er bestaat een kleine kans op grote klimaatschade als gevolg van CO2-emissies. Dit verklaart een hoge bovengrens in de waarde van CO2 en een mogelijk grote welvaartswinst, ook in Nederland, van vergaand klimaatbeleid in een mondiale coalitie.