De subsidieregeling indirecte emissiekosten ETS heeft tot doel om te voorkomen dat het Europees emissiehandelssysteem voor CO2 (ETS) de concurrentiepositie van bedrijven in Nederland negatief beïnvloedt. Bedrijven met een hoog elektriciteitsverbruik betalen via verhoogde stroomtarieven indirect mee aan het ETS. Hun concurrenten in landen die het ETS niet hanteren hebben deze kosten niet. Dit kan carbon leakage, oftewel het weglekeffect, veroorzaken: bedrijven verplaatsen productie of investeringen naar landen buiten de EU, waarmee ook de CO2-emissie van deze productie verdwijnt naar deze landen. De subsidieregeling biedt energie-intensieve bedrijven financiële compensatie om het weglekrisico te reduceren en het internationale level playing field te waarborgen. Deze publicatie evalueert de subsidieregeling in opdracht van het Ministerie van Economische Zaken.

De doeltreffendheid van de subsidieregeling is met econometrische methoden onderzocht. Hiervoor is gebruik gemaakt van gegevens op bedrijfsniveau van omzet, export en investeringen. De analyse vergelijkt de prestaties van bedrijven die de regeling gebruiken met vergelijkbare bedrijven die geen gebruik maken van de regeling. De analyse van de verschillen maakt duidelijk of de subsidieregeling effectief is of niet. Waar harde effectmeting niet mogelijk is, gebruikt de evaluatie andere methoden zoals interviews, deskresearch en een enquête.

De evaluatie concludeert dat de subsidieregeling indirecte emissiekosten ETS doeltreffend is: de regeling is effectief in het realiseren van de doelstelling van de regeling, het voorkomen van carbon leakage. Daarnaast beoordeelt de evaluatie de regeling als doelmatig, op grond van het budget van de regeling in relatie tot het effect, de kwaliteit van de uitvoering van de regeling door RVO en de beperkte administratieve lasten.

Minister Wiebes (EZK) heeft op 21 december de Tweede Kamer per brief geïnformeerd over de evaluatie.