Deze literatuurstudie onderzoekt welke effecten er zoal aan cultuur worden toegeschreven en in welke mate die effecten in geld uit te drukken zijn. Daarbij wordt uitgegaan van een ruim welvaartsbegrip. Niet alleen directe werkgelegenheidseffecten en extra bestedingen van bezoekers en toeristen worden tot de maatschappelijke baten van cultuur gerekend, maar ook het bevorderen van geluk, welzijn en gezondheid en verbetering van het woonklimaat. Evenals sociale cohesie, veiligheid en leefbaarheid in de wijk, stimuleren van de vestigingsaantrekkelijkheid voor bedrijven en het bevorderen van onderwijsprestaties, innovativiteit, kennis en creativiteit.

Cultuur wordt in eerste instantie gedefinieerd als onderdeel van de creatieve bedrijfstakken, zoals door de Ministeries van OCW en Economie bedoeld in het onderzoeksprogramma Cultuur & Economie. Alles wat buiten deze definitie van cultuur valt, zoals cultuur opgevat als een systeem van gedeelde normen en waarden, valt dus buiten de reikwijdte van deze literatuurstudie.

De interesse gaat hier echter niet uit naar die totale, ruim gedefinieerde, creatieve sector als inputfactor, maar naar een deel van de productie uit die sector; naar creatieve en culturele instellingen en uitingen zoals theaters, musea, festivals, monumenten, architectuur en cultuureducatie.