Het verplicht in loondienst nemen van specialisten leidt op korte termijn tot volumebeperking en daardoor waarschijnlijk tot wachtlijsten en mogelijk onderbehandeling. Dit komt doordat specialisten in loondienst minder zorgvolume leveren dan vrijgevestigde specialisten. Dit blijkt uit onderzoek van SEO Economisch Onderzoek naar de relatie tussen specialist en ziekenhuis.

Vrijgevestigde specialisten worden per DBC betaald. Een DBC (diagnosebehandelcombinatie) is de totale zorg die verleend wordt aan een patiënt per ziektegeval. Elke DBC extra levert de vrijgevestigde specialist meer inkomen op. Een specialist in loondienst krijgt een vast loon, meestal onafhankelijk van het aantal DBC’s. Een specialist in loondienst heeft daardoor een minder sterke prikkel om veel DBC’s te leveren dan een vrijgevestigde specialist. In de praktijk blijkt ook specialisten die per DBC betaald worden meer zorgvolume leveren dan specialisten in loondienst. Bij overgang van alle specialisten naar loondienst zal daardoor het zorgvolume afnemen. Dit kan leiden tot wachtlijsten en onderbehandeling van patiënten.

In het segment van de zorg waar voor het ziekenhuis prestatiebekostiging geldt (het huidige B-segment) wordt de belangentegenstelling tussen ziekenhuis en specialist groter als alle specialisten in loondienst komen. Het ziekenhuis heeft in dat segment een prikkel om veel zorgvolume te leveren, terwijl die prikkel bij de specialist in loondienst ontbreekt.

Op lange termijn kunnen deze nadelen weer verdwijnen, indien meer specialisten worden opgeleid. Het zorgvolume zal dan weer toenemen en de wachtlijsten verdwijnen. Hiervoor moeten wel hoge kosten worden gemaakt (afkoop good will, opleiden artsen).

Zowel ziekenhuizen als specialisten zijn tegen een verplichte overgang van alle specialisten naar loondienst. Beide partijen prefereren vrijheid wat betreft de keuze tussen loondienst en vrije vestiging.