Dit onderzoek is een verkennende studie naar de mogelijke effecten van lange doorlooptijden in het civiele en bestuursrecht aan de hand van de bestudering van enkele zaakstypen. Het gaat dan om de economische en maatschappelijke gevolgen voor betrokken partijen, hun procesvertegenwoordigers en eventuele derden. De bestudeerde zaakstypen zijn WAO-zaken, koopzaken en omgangsregelingen.

De lange doorlooptijden kunnen leiden tot meerwerk, meer tijd om taken te vervullen, emotionele gevolgen, vertraging in de uitspraak en kwaliteit van de uitspraak. Sommige van deze effecten treden bij alle zaakstypen op; voor de rest zijn er aanzienlijke verschillen tussen de drie zaakstypen wat betreft de set van mogelijke effecten en de mate waarin deze als een probleem worden ervaren door betrokkenen.