In 1997 is door de minister van Economische Zaken en de staatsecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen een ontheffing verleend van het verbod van collectieve prijsbinding van boeken, ook wel de vaste boekenprijs of VBP genoemd. Alle bedrijven die zijn aangesloten bij de Koninklijke Vereniging van het Boekenvak (KVB) zijn daardoor verplicht om Nederlandse boeken tegen een door de uitgever vast te stellen vaste prijs te verkopen. De ontheffing is van kracht tot en met 2005 en geldt voor alle Nederlandse boeken, voor algemene boeken, wetenschappelijke boeken en schoolboeken.

Bij de invoering van de vaste boekenprijs is afgesproken om in 2000 te evalueren. Omdat het segment schoolboeken zich op verschillende punten duidelijk onderscheidt van algemene boeken, is toegezegd dat er bij deze evaluatie ‘specifieke aandacht’ zal worden gegeven aan schoolboeken (Ministerie van OC;W, 1999). Dit rapport bevat de evaluatie van de VBP voor schoolboeken. Het onderzoek sluit nauw aan bij de evaluatie van de VBP voor algemene boeken, dat wordt uitgevoerd door het Centraal Planbureau en het Sociaal en Cultureel Planbureau.

De vaste boekenprijs draagt nauwelijks bij aan het bereiken van beleidsdoelen voor schoolboeken in het voortgezet onderwijs. Een breed titelaanbod en een hoge kwaliteit schoolboeken kunnen naar verwachting ook zonder de vaste boekenprijs worden gerealiseerd. Het instrument heeft mogelijk wel een negatieve invloed op de beheersing van de kosten verbonden aan schoolboeken, alhoewel het geen aanwijsbare invloed heeft gehad op de recente prijsstijgingen van schoolboeken. De oorzaken hiervoor liggen in de recente onderwijsvernieuwingen en de veranderde opvattingen over onderwijs. Op basis van het onderzoek lijkt er geen reden te zijn voor handhaving van de vaste boekenprijs voor schoolboeken in het voortgezet onderwijs.