De Wet verevening pensioenrechten bij scheiding (WVPS) is op 1 mei 1995 in werking getreden. Op grond van de WVPS hebben bij echtscheiding beide ex-partners recht op de helft van het ouderdomspensioen dat tijdens het huwelijk is opgebouwd. Op deze wijze wordt ook de nietverdienende partner na scheiding verzekerd van een aanvullende oudedagsvoorziening. Evaluatie van de WVPS is toegezegd aan de Tweede Kamer. De centrale probleemstelling van het evaluatieonderzoek luidt: Voldeed de WVPS in de afgelopen 10 jaar aan de bedoeling van de wetgever?

Bij ongeveer de helft van de (echt)scheidingen vindt pensioendeling plaats. En als dat niet gebeurt, is dat in bijna driekwart van de gevallen een bewuste keuze. Daarmee is de doelstelling van Wet Verevening Pensioenrechten bij Scheiding (WVPS) grotendeels bereikt.