Ziekenhuizen maken zich grote zorgen over het aantal verpleegkundigen dat zich laat inhuren als zelfstandige (zzp’er) of gedetacheerde. Er zou sprake zijn van ‘een ware exodus’. Dit valt in de praktijk mee. Uit dit onderzoek onder een kwart van de ziekenhuizen blijkt dat er in Nederland naar schatting 90 zzp’ers als verpleegkundige in niet-academische ziekenhuizen werken. Gedetacheerden zijn er wat meer, maar ook niet erg veel.

De meeste ziekenhuizen hebben geen, één of enkele commercieel gedetacheerden. Alleen een paar grote ziekenhuizen (meer dan 500 bedden) in de Randstad hebben tien of meer gedetacheerden. In totaal werken er naar schatting 430 commercieel gedetacheerden in algemene en categorale ziekenhuizen. Er zijn ook grote ziekenhuizen in de Randstad die geen externen inhuren.

Hoewel er landelijk gezien niet veel zelfstandigen en gedetacheerden in ziekenhuizen werken, ervaren werkgevers en werknemers ze wel als een groot probleem. Flexibele arbeid kan nuttig zijn om pieken op te vangen, wachtlijsten weg te werken of om tijdelijk iemand te vervangen. Ziekenhuiswerkgevers worden op dit moment echter door de krapte op de arbeidsmarkt gedwongen om flexibele arbeid in te zetten op plaatsen waar zij continu personeel nodig hebben.

De ondervraagde werkgevers geven unaniem aan dat zij uitsluitend zelfstandige en gedetacheerde verpleegkundigen inhuren omdat zij hiertoe gedwongen worden door personeelsschaarste. Hierdoor betalen zij voor flexibiliteit die zij niet nodig hebben. Gedetacheerden zijn ongeveer tweemaal zo duur als vast personeel. Zzp’ers zijn naar schatting gemiddeld anderhalf maal zo duur. Dit plus het feit dat ze betere arbeidsvoorwaarden hebben acht het bestaande personeel oneerlijk. Vooral omdat de minder gewaardeerde klussen hierdoor meer dan evenredig neerkomen op het vaste personeel. Wie verder kijkt ziet echter een opvallend verschijnsel. Zzp’ers en gedetacheerden worden bijna altijd ingezet voor dezelfde vijf functies. Het gaat om gespecialiseerde verpleegkunde op de intensive care, op de spoedeisende hulp en op de dialyseafdeling. Daarnaast gaat het om twee soorten operatiekamerassistenten: chirurgieassistenten en anesthesieassistenten.

En precies voor deze specialismen is de sector de afgelopen jaren veel minder gaan opleiden. Tussen 2002 en 2006 is het aantal opleidingsplaatsen voor verpleegkundigen op de intensive care verminderd tot een derde, voor verpleegkundigen op de spoedeisende hulp is het gehalveerd en voor dialyseverpleegkundigen is het teruggebracht tot 60%.

Er zijn sinds de invoering van meer marktwerking in de zorg ziekenhuizen ontstaan die zelf niet opleiden, maar wel verpleegkundigen nodig hebben, de zogenaamde zelfstandige behandelcentra. Opleiden kost geld dat verdwijnt als de verpleegkundige in een ander ziekenhuis gaat werken. Hierdoor is iedereen beter af als een ander opleidt. De hele sector is daarom minder gaan opleiden.