In opdracht van de ANBO heeft SEO Economisch Onderzoek samen met ITS Nijmegen de koopkracht van ouderen over de periode 2009-2013 in kaart gebracht. Hierbij is gekeken naar een zoveel mogelijk statische koopkrachtontwikkeling: dezelfde huishoudens worden door de tijd gevolgd, waarbij alleen huishoudens zijn meegenomen die niet van huishoudsamenstelling of inkomensbron veranderen. Uit het onderzoek blijkt dat de koopkracht van ouderen sterker is achteruit gegaan (-6 procent) dan de koopkracht van werkenden (-1 procent).

Een belangrijk deel van de koopkrachtdaling van ouderen is te verklaren door een daling in het aanvullend pensioen. Ook de afschaffing van de Wet tegemoetkoming chronisch zieken en gehandicapten (Wtcg) en de Compensatie Eigen Risico (CER) treft vooral arbeidsongeschikten en ouderen, omdat zij vaker gebruik maakten van deze regelingen. De daling in vermogen in de periode 2009-2011 is juist groter bij de werkenden (-7 procent) dan bij ouderen (-6 procent). De daling in vermogen wordt vooral veroorzaakt door de daling van de waarde van de eigen woning.

Voor zowel de koopkrachtontwikkeling als de vermogensontwikkeling geldt dat op basis van alleen de mediane ontwikkeling een beperkt beeld wordt geschetst. Het is daarom zinvol om behalve naar de mediane koopkrachtontwikkeling ook te kijken naar de koopkrachtontwikkeling in puntenwolken, de frequentieverdeling, en ongelijkheidsmaatstaven zoals de Gini-coëfficiënt.