Overheidsgeld voor transport is vooral bedoeld voor CO2-intensieve vormen van transport. SEO Economisch Onderzoek heeft in kaart gebracht wat het doel is van de uitgaven van het Rijk, stadsregio’s, waterschappen en gemeenten voor de transportinfrastructuur. Daaruit blijkt dat 60 procent van de overheidsinvesteringen wordt uitgegeven aan vormen van transport die intensief gebruik maken van fossiele energie. Dit onderzoek is uitgevoerd in opdracht van Milieudefensie.

Per jaar investeren overheden € 11,3 miljard in de transportinfrastructuur. 60 procent van deze investeringen is bedoeld voor het wegverkeer, de meest CO2-intensieve vorm van vervoer. De hogere inkomensgroepen maken relatief meer gebruik van de auto. De overheidsinvesteringen in de weg werken daarom denivellerend.

Overheidsinvesteringen zijn gedefinieerd als: uitgaven door een overheid voor de aanleg en het onderhoud van vervoersinfrastructuur plus de uitgaven voor het openbaar vervoer. Het gaat om de uitgaven in het meest recente jaar: meestal is dit 2017 of 2018.

‘Schone’ en ‘vieze’ vormen van mobiliteit zijn gedefinieerd op basis van de CO2-emissies. De (elektrische) fiets, zero-emissie bus en de nationale trein zijn te classificeren als relatief ‘schoon’. Zij stoten (vrijwel) geen CO2 uit. Het vliegtuig en de auto zijn CO2-intensief. Voor het vrachtvervoer geldt dat de trein en zee- en binnenvaart relatief CO2-extensieve vormen van vervoer zijn. Dit heeft te maken met de grote volumes die zij kunnen vervoeren. De bestelauto en vrachtwagen zijn relatief CO2-intensief, maar nemen in Nederland wel het grootste deel van het vrachtvervoer voor hun rekening.

Lees het persbericht van Milieudefensie:https://milieudefensie.nl/actueel/overheid-investeert-vooral-in-vuile-vervoersvormen