Dit is de twintigste editie van het SEO/Elsevier-onderzoek ‘Studie & Werk’. Studie & Werk 2016 analyseert de huidige arbeidsmarktpositie van afgestudeerden en de arbeidsmarktrelevantie van hbo- en wo-opleidingen op basis van gegevens over de jaren 1999-2016. Het meest recente cohort betreft afgestudeerden van hogescholen en universiteiten die tijdens het studiejaar 2013/2014 de arbeidsmarkt hebben betreden en in de eerste twee maanden van 2016 zijn ondervraagd. Dit onderzoek vergelijkt de ontwikkeling van de arbeidsmarktpositie van hoger opgeleide starters sinds 1999.

De arbeidsmarktpositie van hoogopgeleide starters in 2016 geeft een gemengd beeld, maar de crisis lijkt in grote lijnen wel voorbij. De vaste baan, anderhalf jaar na afstuderen, begint weer wat terug te komen. De kans voor afgestudeerde hbo’ers en academici op een vaste aanstelling is ongeveer 30 procent, een jaar geleden was dat nog 25 procent. Ook vinden afgestudeerden sneller een baan. Hbo’ers zoeken gemiddeld ruim drie maanden, academici ruim vier maanden. Afgestudeerden van het jongste cohort zijn dan ook veel minder vaak werkloos dan vorige afstudeercohorten. De salarissen van hoger opgeleiden blijven in vergelijking met eerdere jaren nog wel achter. Recent gestarte alumni verdienen 10 procent minder dan alumni die eind 2010 met hun baan zijn gestart. De werkloosheid van hbo’ers en academici is in 2016 fors afgenomen. Beiden liggen nu ongeveer op hetzelfde niveau van 3,5 procent, terwijl dit in afgelopen jaren ruim boven 5 procent was. Na een jarenlange stijging hebben afgestudeerden voor het eerst minder sollicitaties nodig om aan een baan te komen.

Vooral afgestudeerden van bètastudies doen het goed op de arbeidsmarkt. Zij vinden over het algemeen snel een baan met vaak goede arbeidsvoorwaarden en kijken zonder spijt terug op hun studiekeuze. Voor hen is de crisis op de arbeidsmarkt duidelijk voorbij. Voor afgestudeerden van diverse andere opleidingen blijft de situatie relatief slecht. Dit geldt met name voor opleidingen op cultureel gebied. Zij vinden moeilijk een passende baan en kijken (daardoor) vaak ontevreden terug op hun studiekeuze. Afgestudeerden van opleidingen met een traditioneel lage arbeidsmarktrelevantie vangen de klappen op, terwijl werkgevers voor andere afgestudeerden in de rij staan.

Afgestudeerde hbo’ers hebben vaker spijt van hun opleidingskeuze dan academici. Alumni van technische en andere bètaopleidingen kijken vaak tevreden terug op hun opleidingskeuze. Relatief veel spijt hebben afgestudeerden van opleidingen als media & entertainment management en cultuurstudies. Ook alumni van andere opleidingen met minder goede arbeidsmarktperspectieven hebben relatief vaak spijt van hun opleidingskeuze. Het aandeel afgestudeerden dat spijt heeft van de opleiding én instelling is de afgelopen jaren wel afgenomen. Dit kan samenhangen met de betere arbeidsmarktpositie van recent afgestudeerden. Tussen instellingen is er een goot verschil in de mate van spijt van de instellingskeuze. Hogeschool Inholland en de Universiteit Twente hebben het hoogste aandeel afgestudeerden met spijt van hun instellingskeuze, terwijl de afgestudeerden van de TU Delft en Saxion daar gemiddeld juist tevreden over zijn.

Bij dit rapport horen twee statistische bijlagen, met per opleiding informatie over de (arbeidsmarktpositie van) afgestudeerden. Deze zijn te vinden op www.studiewerk.info. Voor het onderzoek zijn begin dit jaar 2.714 hbo’ers en 2.759 academici ondervraagd door middel van een online vragenlijst, dit is een respons van 13 procent voor de hbo’ers en 20 procent voor de academici. Dit rapport presenteert gegevens over 62 hbo-bachelor en 54 wo-master opleidingen.