Sinds 2002 maakt de toegankelijkheid van telecommunicatie voor mensen met een beperking deel uit van de Europese Universeledienstrichtlijn (UD-richtlijn). Een universele dienstverleningsplicht (UD) is een overheidsinstrument om een basisniveau van een publieke dienst te garanderen. De Europese richtlijn uit 2002 legt geen harde verplichtingen op aan de lidstaten met betrekking tot de toegankelijkheid van telecommunicatie voor mensen met een beperking. Een herziening van deze richtlijn kent deze verplichtingen wel: mensen met een beperking dienen functioneel gelijkwaardige toegang te hebben tot telecommunicatiediensten. Daarnaast geeft de richtlijn een uitgebreide categorie van bepalingen die lidstaten verplichten om ten minste een reguleringsgrondslag te bieden aan nationale regelgevende instanties. Ook deze bepalingen zien op versterking van de gelijkwaardigheid via specifieke informatieverplichtingen en het bieden van gelijkwaardige keuzemogelijkheden. Voorts onderstrepen de gewijzigde Kaderrichtlijn en Universele dienstrichtlijn het belang van geschikte eindapparatuur voor mensen met een beperking.

Dit onderzoeksrapport dient ter voorbereiding van de nationale implementatie van de verwachte herziene richtlijn. Het ministerie van Economische Zaken (EZ) is voornemens mede op basis van dit rapport in de zomer van 2009 zijn beleidsvisie te ontwikkelen. Om aan de nieuwe verplichtingen te voldoen moet de Nederlandse overheid een aantal maatregelen nemen. De centrale vraag in dit onderzoek is:

Welke maatregelen moet EZ nemen om mensen met een beperking een toegankelijk en betaalbaar basisniveau van telecommunicatiediensten te garanderen, gelet op de behoeften van de doelgroep, de ontwikkelingen in de telecommunicatiesector en de vereisten vanuit de EU-regelgeving?