Dit rapport veronderstelt dat de vijf resterende kolencentrales in ons land in 2020 stoppen met produceren. Het onderzoek berekent de som van de maatschappelijke kosten en baten die aan de sluiting kunnen worden toegerekend. Het belangrijkste effect is het verminderen van de uitstoot van CO2 en overige emissies zoals NOx en fijnstof. De vermeden emissies vertegenwoordigen een maatschappelijke baat met een waarde van in totaal € 9,8 miljard.

De sluiting veroorzaakt ook extra kosten. Energieafnemers ondervinden nadeel door de sluiting van de centrales, omdat de elektriciteitsprijs hierdoor gaat stijgen. Per saldo betekent de hogere prijs een verlies aan consumentensurplus voor huishoudens en bedrijven van circa € 3,1 miljard.

Ook producenten betalen een prijs. De eigenaren van de gesloten kolencentrales lopen de toekomstige winst van de productie van elektriciteit mis. Daar staat tegenover dat de productie van de kolencentrales voor een deel wordt overgenomen door gascentrales, die daardoor extra winst maken. Dat geldt ook voor overige producenten die profiteren van de hogere elektriciteitsprijs. Per saldo boeken energieproducenten samen een verlies van € 1,9 miljard dat kan worden toegerekend aan de sluiting.

Bij de impact op de welvaart van € 4,7 miljard moet rekening worden gehouden met effecten waarvan de waarde niet kon worden berekend (PM-posten). De kosten van de ontmanteling van de centrales is hiervan waarschijnlijk de belangrijkste. Het rapport concludeert dat het totaal aan PM-posten waarschijnlijk een relatief beperkte invloed heeft op het totaalsaldo.

Lees ook het persbericht dat Natuur & Milieu heeft uitgebracht naar aanleiding van dit rapport.