Met dit paper wordt een volgende stap gemaakt in het onderzoek naar de aansluiting tussen onderwijs en arbeidsmarkt. Het belangrijkste verschil met eerdere studies is het gebruik van registerdata van zowel onderwijs als arbeidsmarkt. Dat is nog niet eerder gebeurd. Specifiek is de aansluiting tussen bètatechnisch opgeleiden en de technische sector in kaart gebracht. Allereerst is de arbeidsmarktpositie van recent gediplomeerde bètatechnici onderzocht 1, 2 en 5 jaar na diplomering. Daarna is gekeken naar de aansluiting van alle bètatechnisch opgeleide werknemers in 2012 in Nederland.

Volgens de onderwijsregisters haalden in het diplomajaar 2006-2007 bijna 520 duizend personen een diploma in het voortgezet onderwijs (vo), middelbaar beroepsonderwijs (mbo) hoger beroepsonderwijs (hbo) of wetenschappelijk onderwijs (wo). Daarvan hadden er zo’n 107 duizend een diploma met bètatechnische richting. In 2007 stroomden zo’n 31 duizend bètatechnisch opgeleiden uit het onderwijs. De overgrote meerderheid vindt een baan.

Het is niet vanzelfsprekend dat bètatechnisch opgeleiden in technische bedrijven werken. Ongeveer de helft van de bètatechnische schoolverlaters werkt vijf jaar na diplomering in een technisch bedrijf, maar de andere helft lekt weg naar andere bedrijven. De weglek neemt toe naarmate men hoger opgeleid is, en is vooral groter onder vrouwen en allochtonen. Ook na correctie voor samenstellingseffecten via multivariate analyses blijven deze conclusies overeind.

De uitkomsten van de verkenningen in dit paper onderstrepen dat in discussies over ‘tekorten’ aan (bèta)technisch personeel er meer aandacht moet zijn voor het verbeteren van de aansluiting tussen onderwijs en arbeidsmarkt en het verminderen van de weglek van bètatechnisch personeel.