Oudere sollicitanten blijken aanmerkelijk minder kans te maken op het vervullen van een vacature dan jongere sollicitanten, ook bij gelijke geschiktheid. Tegelijkertijd geldt dat het juiste opleidingsniveau en de aanwezigheid van relevante werkervaring het effect van leeftijd grotendeels kunnen compenseren. Dit blijkt uit een conjunctanalyse op basis van een enquête onder ruim duizend werkgevers. Daarin hebben leidinggevenden twaalf keer een keuze moeten maken uit hypothetische kandidaten voor een vacature. Daarbij zijn verschillende opties onderzocht om oudere werkzoekenden voor werkgevers aantrekkelijker te maken. Op de korte termijn gaan de voor ouderen succesvolle overheidsmaatregelen wel ten koste van de kansen van jonge sollicitanten. Op de langere termijn kunnen de hogere aannamekansen voor ouderen wel leiden tot extra banen, onder meer doordat het totale arbeidsaanbod stijgt.

Dat lijkt vooral te worden veroorzaakt door onZekerheid over de productiviteit van oudere sollicitanten. De mobiliteitsbonus voor oudere uitkeringsgerechtigden, een verlenging van de proeftijd voor oudere werknemers en een proefplaatsingsregeling voor oudere uitkeringsgerechtigden kunnen oudere sollicitanten dan ook aantrekkelijker maken. Maatregelen die gericht zijn op het verlagen van het financiële risico van ziekteverzuim, zoals de no-riskpolis WW en het verkorten van de loondoorbetalingsverplichtingbij ziekte voor ouderen lijken geen effect te hebben op de aantrekkelijkheid van oudere sollicitanten.

Ondertussen zorgt de vergrijzing voor steeds grotere kansen van ouderen op de arbeidsmarkt: organisaties met een groter aandeel oudere werknemers en oudere leidinggevenden nemen oudere sollicitanten aanzienlijk vaker aan.