In maart 2004 van dit jaar schreef minister Brinkhorst van Economische Zaken (EZ) een brief aan de Tweede Kamer met daarin onder andere een voorstel om de Nederlandse energiebedrijven in een netwerkbedrijf en een bedrijf, waarin de overige activiteiten van de energiebedrijven zijn ondergebracht, te splitsen. Op 11 oktober 2004 heeft de minister in een brief aan de Tweede Kamer zijn plan van aanpak van de splitsing van de energiebedrijven uiteengezet. Het Kabinet werkt dit voorstel van de minister van EZ thans uit. In dit advies bespreken wij een aantal algemene voordelen en een aantal algemene nadelen van de door de minister aangekondigde splitsing. We komen tot de conclusie dat de huidige splitsingsvoorstellen van minister Brinkhorst vanuit diverse gezichtspunten op dit moment en op basis van de thans voorhanden zijnde gegevens als onwenselijk zijn aan te merken.

“¢ Er reële risico’s zijn dat zich een aantal belangrijke economische nadelen zal voordoen, te weten dubbele marginalisatie, vermindering van economies of scope, hogere transactiekosten en vermindering van de internationale concurrentiepositie;

Het zou ons inziens derhalve meer voor de hand zou liggen om eerst te komen tot een heldere afbakening van de te bereiken economische doelen en ervaring op te doen met het in de I;I wet sterk uitgebreide bevoegdhedenpakket, alvorens een zovergaande maatregel als splitsing aan de energiebedrijven voor te schrijven. Indien men vervolgens tot de conclusie mocht komen dat nadere regelgeving vereist is, zou het meer voor de hand liggen om de toegangs- en/of prijsregulering en het toezicht uit te breiden, dan om splitsing te vereisen. Daarbij is het van belang te overwegen of de baten van dergelijke aanvullende regelgeving groter zijn dan de daarmee samenhangende kosten (kosten-batenanalyse).