Eerst is onderzocht welke mogelijkheden mensen nu al hebben om voor of na AOW-leeftijd met pensioen te gaan en in hoeverre ze gebruikmaken van de mogelijkheden. Vervolgens is berekend of een flexibele AOW-leeftijd werkenden de mogelijkheid geeft om eerder met pensioen te gaan dan nu al mogelijk is. Tot slot is met een enquête nagegaan of werkenden hun AOW daadwerkelijk eerder of later zullen opnemen.

In de huidige situatie heeft 83 procent van de werkenden voldoende aanvullend pensioen opgebouwd om minimaal een jaar eerder met pensioen te kunnen gaan zonder onder het sociaal minimum te komen. Zes procent van de werkenden kan een maand tot een jaar eerder met pensioen en 11 procent kan niet eerder dan op AOW-leeftijd met pensioen. Met een flexibele AOW-leeftijd kan de helft van deze laatste groep vier maanden eerder met pensioen. Voor uitstel van het pensioen bestaan geen financiële belemmeringen. Uit een enquête onder werkenden blijkt dat een flexibele AOW geen invloed heeft op de feitelijke keuze van de pensioenleeftijd.