Het wordt steeds drukker op de Amsterdamse grachten. Het water wordt intensief gebruikt om te wonen (2.500 woonboten), te recreëren (15 duizend pleziervaartuigen) en te werken (de beroepsvaart vervoert jaarlijks zo’n 2 miljoen ton aan goederen over het Amsterdamse binnenwater). Daarnaast is er het bedrijfsmatig passagiersvervoer door reders die gezamenlijk exploitatievergunningen hebben voor zo’n 333 vaartuigen.

De huidige marktordening wordt gekenmerkt door een beperking van het aantal exploitatievergunningen (het volumebeleid), een verplichte ligplaatsvergunning en een te beperkt aantal openbare op- en afstaplocaties. Omdat de duur van de exploitatievergunningen onbeperkt is, zit de markt in feite op slot. Omdat er te weinig wordt gehandhaafd, is een grijs gebied ontstaan tussen het gereguleerde deel (bedrijfsmatig passagiersvervoer) en het vrije deel (pleziervaart). Dit illegale passagiersvervoer is omvangrijk.

Dit rapport concludeert dat de huidige marktordening van bedrijfsmatig passagiersvervoer te water niet goed functioneert en moet worden aangepast om de toenemende schaarste beter het hoofd te kunnen bieden.

In plaats van het huidige gesloten vergunningstelsel is het beter om over te gaan naar een open vergunningsstelsel met een onbeperkte vergunningsduur. Als het volumebeleid wordt losgelaten, mag iedereen die aan vooraf duidelijk geformuleerde vergunningseisen voldoet in de Amsterdamse grachten bedrijfsmatig passagiers vervoeren. Als de eisen voldoende strikt zijn en de handhaving sluitend, kunnen publieke belangen geborgd worden en hoeft de markt niet overspoeld te worden met nieuwe spelers.

Alle steigers zouden voor iedereen toegankelijk moeten worden en alleen bedoeld zijn voor op- en afstap van passagiers en niet om te blijven liggen. De ligplaatsvergunning dient te worden afgeschaft, omdat die de exploitatievergunningverlening doorkruist en de schaarste van de ligplaats nu niet in de vergunningsprijs kan worden uitgedrukt. Op termijn heeft elk vaartuig voor bedrijfsmatig passagiersvervoer een vaste ligplaats waarvoor de reder een locatiespecifieke prijs betaalt aan de gemeente. Reders die in de grachten willen liggen, zullen fors meer aan de gemeente betalen dan in de buitenhavens. Essentieel is dat er meer ligplaatsen beschikbaar komen. De gemeente bouwt daartoe op rustige locaties in of bij de stad buitenhavens.