Deze notitie presenteert een geactualiseerd overzicht van het beslag op de sociale Zekerheid door flexibele werknemers in vergelijking tot vaste werknemers. Hiermee is het een vervolg op eerder onderzoek van SEO. Daaruit bleek dat werknemers in de flexibele schil van de arbeidsmarkt een hoger beroep op de sociale Zekerheid doen. Het gaat hierbij om een hoger beslag op de WW, op de bijstand en op de ziektewet. Aan de andere kant doen deze werknemers wel minder een beslag op arbeidsongeschiktheidsuitkeringen. Destijds bevatte het onderzoek gegevens tot en met 2010. Inmiddels is dezelfde data beschikbaar voor de periode tot en met 2014. Deze notitie kijkt naar de instroom, de duur en het bedrag van uitkeringen in de WW, AO, WWB en overige uitkeringen.

Uit het onderzoek blijkt dat het totale beslag op de WW hoger is voor flexibele werknemers dan voor vaste werknemers. Het totale beslag op de WW is voor langdurig flexibele werknemers weer hoger dan voor kortdurend flexibele werknemers. Deze verschillen worden voor een groot deel veroorzaakt doordat flexibele werknemers veel vaker de WW instromen. De instroom in de AO en de uitkeringsduur is vergelijkbaar voor de drie groepen werknemers, terwijl de hoogte van een AO-uitkering voor zowel vaste als langdurige flexibele werknemers hoger is dan voor kortdurend flexibele werknemers. Het totale beslag op AO-uitkeringen is dan ook lager voor kortdurend flexibele werknemers. Kortdurend flexibele werknemers hebben een relatief hoge instroom in de bijstand en bovendien ontvangen zij relatief een hoge bijstandsuitkering. Deze groep doet dan ook een relatief groot beroep op de bijstand. Zowel de instroom in de bijstand als de hoogte van de gemiddelde bijstandsuitkering is voor vaste werknemers relatief laag. Wel is de duur van een bijstandsuitkering voor vaste werknemers hoger dan voor flexibele werknemers. Desondanks is het totale beslag op de bijstand voor vaste werknemers relatief laag.