In het regeerakkoord zijn maatregelen aangekondigd tegen belastingontwijking. Een van de maatregelen is de invoering van een bronbelasting op uitgaande rente- en royaltystromen laagbelastende juridicties (lbj’s) per 2020/21. Hiermee wil het kabinet een einde maken aan fiscaal gedreven financiële stromen naar deze jurisdicties, om te voorkomen dat Nederland primair wordt gebruikt om de belastinggrondslag van andere landen uit te hollen. Het Ministerie van Financiën heeft SEO Economisch Onderzoek (SEO) gevraagd de financiële stromen die lopen via bijzondere financiële instellingen (bfi’s) in kaart te brengen, en te splitsen naar herkomst en bestemming. Bfi’s zijn vennootschappen met een buitenlandse eigenaar die als belangrijkste functie hebben om financiële stromen (in de vorm van dividend, rente en royalty’s) uit het buitenland door te laten stromen naar het buitenland. Deze meting kan dienen als nulmeting voor de evaluatie van de effecten van de conditionele bronbelasting per 2020/2021.

Om de financiële stromen van en naar bfi’s te splitsen naar regio van herkomst en bestemming gebruiken we een steekproef van de grootste bfi’s van DNB. Deze steekproef dekt ongeveer 60 procent van de balanstotalen en inkomsten van alle bfi’s. Voor de uitgaven is het dekkingspercentage 52 procent.

De verdeling van balanstotalen van bfi’s in de steekproef over regio’s laat zien dat de EU-28 in 2016 zowel aan de activa- als aan de passivakant van de balans structureel meer dan de helft van het totaal voor haar rekening neemt (55 en 51 procent). Het aandeel van de groep lbj’s is met 6 procent aan de activakant van de balans klein, maar aan de passivakant groter (11 procent). Dit aandeel is redelijk stabiel in de periode 2004-2016. Een vergelijkbaar patroon is zichtbaar in de fiscaal relevante inkomsten en uitgaven – de som van inkomsten en uitgaven aan dividend, rente en royalty’s. Het grootste deel van de inkomsten komt uit de EU-28 (50 tot 60 procent). Het aandeel van de inkomsten uit de groep lbj’s is klein (gemiddeld ongeveer 5 procent). Dit is anders aan de uitgavenkant. Hoewel de EU-28 een fors gewicht in de schaal legt (30 tot 60 procent van het totaal), is het aandeel van de uitgaande fiscaal relevante stromen naar de groep laagbelastende juridicties groter, zo’n € 18 miljard of 21 procent van de totale uitgaven in de steekproef in 2016. Het aandeel van deze uitgaven naar lbj’s neemt in de periode 2004-2016 duidelijk toe, van 5 naar 21 procent. Deze uitgaven bestaan voor ruim 85 procent uit royalty’s, en zijn geconcentreerd bij een beperkt aantal bfi’s. Dit illustreert de functie van Nederland als spil in het doorgeven van royalty’s uit de EU-28 en VS naar lbj’s. Op basis van deze meting lijkt een effectmeting van de introductie van een bronbelasting in 2020/2021 haalbaar.