Het (vorige) kabinet Rutte II stelde de laagste loonschalen open om flexwerkers aan de onderkant van de arbeidsmarkt in dienst te kunnen nemen. Dit had betrekking op schoonmakers en personeel in de catering; later zijn daar beveiligers bijgekomen. Door beveiliging in te besteden aan de Rijksbeveiligingsorganisatie (RBO), in plaats van via aanbesteding uit te besteden aan particuliere beveiligingsbedrijven, zijn overtollige beveiligers van de Dienst Justitiële Inrichtingen aan werk geholpen bij het Rijk.

Inbesteden van beveiliging leidt tot verdringing van werkgelegenheid bij particuliere beveiligingsbedrijven. Voorts bestaat bij inbesteden geen concurrentie en ondervindt de overheid als enige aanbieder geen concurrentiedruk, wat op lange termijn kan leiden tot inefficiëntie, lagere kwaliteit en hogere kosten van beveiliging op het inbestede deel van de markt. Op het andere deel van de markt leidt inbesteden tot een terugval in de vraag naar beveiligingsdiensten van particuliere bedrijven. Beschikbare cijfers en schattingen duiden op een niet-verwaarloosbare terugval in de vraag als gevolg van inbesteden. Deze terugval in de vraag leidt tot een lagere prijs voor beveiligingsdiensten en/of lagere marges voor beveiligingsbedrijven. Een ontwikkeling waarbij in navolging van het Rijk ook decentrale overheden beveiligingsdiensten gaan inbesteden, vergroot deze negatieve effecten.