Hoewel onderwijsachterstandenbeleid over het algemeen van groot belang wordt geacht, is het onduidelijk hoe groot de baten voor de samenleving zijn van het opheffen van achterstanden van onderwijsprestaties. Dit rapport, geschreven in opdracht van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW), becijfert de baten van het opheffen van onderwijsachterstanden. De inschattingen van de baten zijn orde-van-grootte inschattingen, gebaseerd op bestaande literatuur en direct beschikbaar cijfermateriaal. Dit is een theoretische exercitie, waarbij de veronderstelling wordt gemaakt dat groepen met een groter risico op achterstanden hetzelfde kunnen gaan presteren als bijvoorbeeld het landelijk gemiddelde, dat wil zeggen alle Nederlanders tezamen. Het gaat hierbij om het van het ene op het andere moment verhogen van onderwijsprestaties, niet om het effect van een concrete beleidsmaatregel. De kernvraag van dit onderzoeksrapport luidt dan ook: stel dat achterstanden in onderwijsprestaties worden weggenomen, wat zijn daar dan de in geld uitgedrukte maatschappelijke baten van? Het resultaat is een overzicht waarin de belangrijkste baten zijn gemonetariseerd en waarin voor overige baten kwalitatief wordt aangeven wat het verwachte effect is.