Het percentage personen met een (niet-)westerse migratieachtergrond, en het percentage personen met een laag inkomen zijn regionale kenmerken die een (aanvullende) verklaring bieden voor het verschil in zorgkosten tussen personen. Direct opnemen van deze kenmerken in het risicovereveningsmodel en vervolgens indelen van regio’s in tien groepen met een gelijk aantal verzekerden op basis van hun voorspelde regionale zorgkosten is binnen de risicoverevening de meest eenvoudige methode om rekening te houden met deze regionale effecten.

Doel van het onderzoek is nagaan of een betere modellering van de regionale effecten in de risicoverevening mogelijk is. In opdracht van het ministerie van VWS is daarom onderzocht welke regionale kenmerken samenhangen met somatische zorgkosten, nadat al voor een groot aantal individuele kenmerken in het risicovereveningsmodel is gecontroleerd. Bovendien verkent het onderzoek diverse technieken om rekening te houden met deze regionale effecten.

Er zijn verschillende technieken verkend: het rechtstreeks opnemen van de regiovariabelen in het somatische risicovereveningsmodel (geschat met OLS), een principale componentenanalyse van de regionale effecten en verschillende meerstappenplannen aan de hand van de residuen van het risicovereveningsmodel.