Een verplichting voor energieleveranciers om energiebesparing te realiseren en subsidies voor energiebesparing brengen het besparingsdoel dichterbij, maar bieden geen Zekerheid dat dit doel in een krap tijdspad volledig wordt bereikt; de kans daarop is bij de leveranciersverplichting iets groter. De kosten van € 1 à  2 miljard worden in beide varianten op lange termijn geheel of grotendeels betaald door energiegebruikers. Beide varianten kunnen een schok geven op de markt voor energiebesparende apparaten en voorzieningen, en kunnen de concurrentie tussen grote en kleine bedrijven beïnvloeden.

Een leveranciersverplichting. Hierbij wordt de jaarlijkse doelstelling voor energiebesparing over energieleveranciers verdeeld. Zij moeten certificaten inleveren om te bewijzen dat de besparing is bereikt. Energieleveranciers, installateurs, adviseurs en andere organisaties die besparingen realiseren, ontvangen daarvoor certificaten. De certificaten kunnen worden verhandeld.

Een besparingsimpuls. Hierbij gaat het om subsidies voor energieleveranciers, installateurs, adviseurs en andere organisaties die besparingen willen realiseren. Zij kunnen besparingsmaatregelen indienen, waarna de overheid de goedkoopste maatregelen subsidieert.

Het onderzoek maakt gebruik van literatuur en theorie over energiebesparingsbeleid en aanbestedingsmechanismen. Zo is gekeken naar de ervaringen in andere landen met soortgelijk beleid en naar de effecten van bestaande subsidies voor besparingen in de gebouwde omgeving. Daarnaast zijn interviews uitgevoerd. Vervolgens zijn de twee beleidsvarianten geconcretiseerd, om een goede beoordeling mogelijk te maken. Tot slot hebben we de varianten beoordeeld.