De tot en met augustus 2017 afgeronde sectorplannen hebben ruim 296 duizend deelnemers ondersteund. Dit is 69 procent van het oorspronkelijk beoogde aantal deelnemers. Over alle maatregelen heen zijn verreweg de meeste deelnemers na afloop van de maatregelen in mei 2018 als werknemer aan de slag. Voor deelnemers aan de 37 eerste afgeronde plannen, geldt daarnaast dat hun arbeidsmarktpositie in mei 2018 over het algemeen beter was dan die in mei 2017.

Het subsidie-instrument heeft volgens betrokkenen in brede zin tot ondersteuning van de arbeidsmarkt in en na de crisistijd geleid. De effecten hebben zich vooral voorgedaan op individueel niveau voor de deelnemende werknemers die bijvoorbeeld scholing hebben gehad of begeleid zijn naar een nieuwe baan. Zonder overheidssubsidie zouden veel maatregelen naar verluid niet hebben bestaan of op kleinere schaal uitgevoerd.

De sectorplannen hebben slechts in beperkte mate kunnen bijdrage aan het overbruggen van de crisis. Wel hebben de sectorplannen volgens betrokkenen gezorgd voor financiering van maatregelen waar vanwege de crisis bij werkgevers en sectorfondsen minder geld voor beschikbaar was.

Eind 2013 is de Regeling cofinanciering sectorplannen in werking getreden. De sectorplannen zijn een resultaat van het Sociaal Akkoord uit 2013. Ze hebben twee hoofddoelen: de crisis overbruggen en de arbeidsmarkt beter laten functioneren. De sectorplannen worden opgesteld en uitgevoerd door de partners in een sector of een regio: werkgevers, werknemers, sectorfondsen en eventueel andere partners zoals het beroepsonderwijs. Bij de sectorplannen is sprake van cofinanciering: de rijksoverheid betaalt een gedeelte van de kosten van de plannen en de rest wordt betaald vanuit een eigen bijdrage door de partners in de sectorplannen. Deze tussenevaluatie behandelt het proces, het bereiken van de doelen, het effect op de betrokkenheid en samenwerking bij de sociale partners en de vorm van de subsidie en richt zich op de 75 afgeronde sectorplannen uit de eerste twee tranches. In de eindevaluatie zal ook worden gekeken naar de plannen uit de derde tranche van de regeling. Het bepalen van de netto-effectiviteit van individuele maatregelen, sectorplannen of de gehele regeling is geen onderdeel van deze evaluatie.

De belangrijkste bronnen in dit onderzoek zijn de registratiegegevens van Uitvoering van Beleid (SZW), de gegevens over de arbeidsmarktpositie van deelnemers (UWV), de interviews met projectleiders van afgeronde plannen en met partners in de sectorplannen en de informatie uit de eerder uitgebrachte quickscans over de voortgang van de sectorplannen. Hierop zijn vervolgens beschrijvende analyses uitgevoerd.

Bekijk ook de Kamerbrief op de website van Rijksoverheid.