Sinds het verschijnen van de AEV-voorjaarspublicatie 2004 hebben het IMF, CPB en CBS nieuwe cijfers naar buiten gebracht met betrekking tot de internationale, de nationale en de regionale economie. Deze cijfers gaven aanleiding tot het maken van een najaarspublicatie. Ditmaal zijn er niet zozeer andere inzichten in de economische ontwikkeling op korte termijn – in 2004 en 2005 – die daartoe nopen, als wel grotere kennis van de ontwikkeling in het recente verleden.

De economische groei van de regio Amsterdam in 2002 en 2003 is op grond van voorlopige CBS-cijfers wat naar beneden bijgesteld. Hoewel de prognoses voor 2004 en 2005 nauwelijks zijn veranderd, zal de werkgelegenheid zich – volgens het CPB in de MEV2005 – in deze jaren vermoedelijk iets minder gunstig ontwikkelen. Het CPB verwacht voor heel Nederland een iets grotere groei van de arbeidsproductiviteit en een wat kleinere van de werkgelegenheid.

Er is een merkwaardig contrast zien tussen de oververhitte wereldeconomie en een onderkoeld Europa, waarin Nederland het vriespunt lijkt. Op de hitlijst van het IMF groeit het Nederlandse BBP in 2004 het minst van alle ontwikkelde economieën ter wereld. De positie van de regio Amsterdam op een denkbeeldige lijst van grootstedelijke regio’s in 2004 laat zich dan ook raden. Verbetering is echter in zicht. Na een daling met 0,6% in 2003 en een groei van 1,2% in 2004 wordt in 2005 een reële groei van het regionale economische product (BBP) met 2% verwacht.

In het rapport wordt geanalyseerd waarom de regionale economie de afgelopen jaren niet of nauwelijks nog harder groeide dan de Nederlandse. Tevens wordt de huidige conjuncturele situatie vergeleken met die in het verleden. De verschillen zijn echter niet schokkend. Nederland en de regio Amsterdam lijken bezig aan een heel geleidelijk maar standvastig herstel en zo’n periode laat zich gemakkelijker voorspellen dan een periode met een conjunctuuromslag. Zoals altijd zijn er echter onzekerheden. Olieprijs, eurokoers, aanslagen en epidemieën kunnen gemakkelijk leiden tot afwijkingen van het rechte pad van conjunctuurherstel.