Dit rapport schetst een beeld van hoe toezicht op een goede manier uitgeoefend kan worden. In het aan dit rapport ten grondslag liggende onderzoek is per enquête aan ondernemers gevraagd aan te geven welke toezichthouders ze uit eigen ondervinding goed vinden functioneren. De twintig toezichthoudende instellingen met de hoogste waardering zijn vervolgens geïnterviewd over hun aanpak. De bevindingen uit de interviews zijn geordend en geanalyseerd, met het verschil tussen door midden- en kleinbedrijf aangewezen goede toezichthouders en door het grootbedrijf aangewezen goede toezichthouders als belangrijke leidraad.

De bevindingen zijn consistent met wat bekend is uit de theorie van de dienstenmarketing, en wat naar voren komt uit de discussie die thans in binnen- en buitenland gevoerd wordt over effectief toezicht.

Toezichthouders die weinig tijd en/of geld vergen, scoren iets hoger dan hun collega’s die een groter tijd- of geldbeslag leggen. Toch zijn er ook ‘toezichtintensieve’ instanties die een goede waardering krijgen.