Het doel van dit onderzoek is inzicht te verkrijgen in de factoren die de ontwikkelingen op het gebied van deeltijdwerk bepalen en het effect van deeltijdwerk op mobiliteit. Wie werken in deeltijd en waarom? Zijn binnen de huidige groep deeltijders belangrijke subgroepen te onderscheiden? Bestaat er samenhang tussen deeltijdwerk en woon-werkverkeer en hoe hebben deze zich in de laatste jaren ontwikkeld? Wat is de relatie tussen reistijd, deeltijdwerk en woon-werkmobiliteit? Hoe waarderen verschillende groepen deeltijders hun vrije tijd ten opzichte van reistijd en werktijd? Welke sociaal culturele en economische ontwikkelingen hebben invloed op de motieven van werknemers- en gevers om in deeltijd te willen werken?

Er zijn duidelijke verschillen in mobiliteit tussen deeltijders en voltijders gevonden (ook als rekening wordt gehouden met het wel of niet hebben van jonge kinderen, de sekse en de leeftijd). Deeltijders wonen dichterbij het werk, pakken minder snel de auto en laten een veel bredere spreiding in de avondspits zien. Over het algemeen zijn de deeltijdgroepen minder tijd kwijt aan de pendel tussen wonen en werken. Dit is mede het gevolg van een andere afweging tussen vrije tijd, werktijd en reistijd.

Vanuit dit oogpunt zal een groei van het aandeel deeltijdwerk op de korte termijn niet leiden tot een grote toename van de mobiliteitsproblemen in het woon-werkverkeer, in vergelijking met een gelijkblijvend of groeiend aandeel voltijdbanen. Vragen voor de toekomst zijn of de kenmerken van toekomstige deeltijdwerkers hetzelfde blijven, hoe vast de wensen en motieven zijn om in deeltijd te gaan werken en of de bereidheid te reizen voor het werk verandert.