Maatschappelijke kosten-batenanalyse warmtetransitie West-Brabant en Hart van Brabant
SEO Economisch Onderzoek heeft een maatschappelijke kosten-batenanalyse (MKBA) uitgevoerd van de warmtetransitie in de regio’s Hart van Brabant en West-Brabant. De MKBA berekent de kosten en baten van diverse routes naar 100% duurzame warmte in deze regio’s in 2050. In dat jaar is het aardgas in de regio’s volledig uitgefaseerd en bedraagt de besparing van CO2-emissies meer dan 95 procent ten opzichte van 2020.

De MKBA richt zich op duurzame oplossingen voor de warmtevoorziening in woningen en enkele tuinbouwgebieden in de regio’s. De onderzochte warmteoplossingen verschillen qua energieinfrastuctuur zoals regionale of lokale warmtenetten en warmtebronnen zoals restwarmte, geothermie en individuele all-electric voorzieningen (warmtepomp). In totaal zijn zeven warmteoplossingen onderzocht met verschillende warmtemixen. In drie van deze warmteoplossingen wordt bovendien extra geïnvesteerd in energiebesparing.

Het onderzoek is uitgevoerd in opdracht van de RES-regio’s West-Brabant en Hart van Brabant.

Resultaten
Het doel van de MKBA is om te berekenen wat de projectalternatieven voor verduurzaming van de warmtevoorziening betekenen voor de welvaart. Voor elk van de alternatieven zijn daarom de kosten berekend voor de periode 2020-2050. Deze kosten bestaan uit de investeringskosten, de energiekosten, de kosten van energiebesparing en de emissiekosten. De baten van duurzame warmte bestaan uit de vermeden emissiekosten en de baten voor de arbeidsmarkt, omdat de investeringen in duurzame warmte zorgen voor meer werkgelegenheid.

De MKBA laat zien dat de maatschappelijke baten van de verduurzaming van de warmtevoorziening in West-Brabant en Hart van Brabant aanzienlijk zijn, maar niet volledig opwegen tegen de maatschappelijke kosten. Alle doorgerekende varianten kennen een negatief MKBA-saldo. Warmtevoorziening op basis van groengas komt in deze MKBA naar voren als de optie met de relatief beste verhouding tussen baten en kosten met een negatief saldo van minus € 1,4 miljard. De relatief duurste opties is de warmteoplossing met nadruk op lokale warmtenetten gevoed door een mix van lokale warmtebronnen. Deze variant kent een MKBA-saldo van minus € 4,6 miljard.

De vraag is wat op basis van deze MKBA geconcludeerd kan worden over de toekomst van het bestaande warmtenet, het Amernet. De MKBA laat zien dat warmtevoorziening via een regionaal warmtenet relatief gunstiger is dan de aanleg van lokale warmtenetten. De reden hiervoor ligt bij de mogelijkheid om via een regionaal net grootschalige warmtebronnen zoals hoge temperatuur geothermie en restwarmte te kunnen benutten. Bij de bronnenstrategie zou eerst moeten worden gekeken of verbinding van lokale netten met een regionaal net mogelijk is. Vervolgens zou de aanleg van lokale overwogen moeten worden. Waar aansluiting op een lokaal of regionaal net vanwege de afstand tot de warmtebron niet realistisch is verdient warmtelevering op basis van groengas de voorkeur. Pas wanneer het regionale productie-potentieel voor groengas onvoldoende blijkt zou toepassing van all-electric overwogen moeten worden.

Energiebesparing is onlosmakelijk verbonden met de warmtetransitie. 50 procent reductie van de warmtevraag in 2050 ten opzichte van 1990 is een ambitieus doel met aanzienlijke kosten. De MKBA heeft enkele varianten doorgerekend met een nog sneller tempo van energiebesparing. Deze extra energiebesparing brengt meerkosten met zich mee die niet opwegen tegen de daling van de energiekosten en de emissies die hierdoor mogelijk wordt. Hieraan kan de conclusie worden verbonden dat een hoger tempo van energiebesparing in maatschappelijk opzicht niet automatisch rendabel is.

Methode
De maatschappelijke kosten en baten zijn berekend voor de periode 2020-2050 op basis van kengetallen. De effecten van de zeven varianten voor duurzame warmte zijn vergeleken met een nultalternatief: de situatie die zou ontstaan wanneer de regio’s niet extra zouden investeren om in 2050 100% duurzame warmte te realiseren. In dit nulalternatief blijft aardgas de belangrijkste warmtebron, al neemt het gebruik geleidelijk af.  Alle kosten en baten zijn berekend als het verschil tussen de duurzame variant en het nulalternatief. De bedragen in de jaren 2020-2050 zijn contant gemaakt met behulp van de discontovoet en daarna opgeteld om het MKBA-saldo van maatschappelijke kosten en baten te berekenen.

Gerelateerd nieuws: