De provincie Utrecht heeft de Stichting voor Economisch Onderzoek (SEO) gevraagd om na te gaan in hoeverre het fenomeen offshoring een verschijnsel is dat binnen de provincie voorkomt. Uiteindelijk zijn honderd acht bedrijven/organisaties die actief zijn binnen de zakelijke dienstverlening binnen de provincie Utrecht benaderd om te participeren aan dit onderzoek. Tijdens een korte telefonische enquête zijn aan de participanten vragen voorgelegd over hun ervaringen met en/of plannen en ideeën over offshoring.

Uit de resultaten valt af te leiden dat het verplaatsen van activiteiten en arbeidsplaatsen naar het buitenland niet echt een issue is binnen de provincie Utrecht. Bijna viervijfde van de ondervraagde bedrijven gaf aan geen ervaring te hebben met offshoring of plannen in die richting te hebben. De voornaamste reden om niet aan offshoring te beginnen was het belang van de band met de lokale markt, hetzij via het product dan wel de klanten.

Een opmerking ten aanzien van de toekomst is wel op z’n plaats: hoewel veel bedrijven hebben aangegeven geen plannen te hebben werd een aantal keer wel de opmerking gemaakt dat indien de concurrentie dergelijke activiteiten zou gaan ontplooien dit resulteert in de noodzaak om zelf ook zulke veranderingen binnen het bedrijf door te voeren. Als én wanneer de kosten van offshoring verminderen (bijvoorbeeld door schaalvoordelen en voortschrijdende inzichten) en de drempel lager wordt, zal het een interessantere optie worden voor bedrijven. Daarnaast zijn er nog de ontwikkelingen op de groeiende markt van outsourcing, hetgeen een indirecte vorm van offshoring kan zijn.

Dat offshoring niet de heilige graal is van bedrijfsvoering bleek ondermeer uit het feit dat slechts één bedrijf met ervaring m.b.t. offshoring, aangaf geen enkel probleem te zijn tegengekomen. De overige bedrijven met offshoring-ervaring gaven aan last te hebben (gehad) van communicatieproblemen (door andere taal en/of cultuur) op de voet gevolgd door problemen die gerelateerd zijn aan het ‘managen’ op afstand.

Aan de bedrijven is eveneens gevraagd of de provincie kan bijdragen aan het behouden van werkgelegenheid voor de regio. Veel van de aangedragen suggesties en oplossingen blijken vaak te maken te hebben met besluitvorming op andere niveaus van openbaar bestuur dan die van de provincie, te weten op rijks – en gemeentelijk niveau. Duidelijk is de roep om een actieve bijdrage om het competitieve klimaat te verbeteren en dan met name op het gebied van de randvoorwaarden.