Hoe verhoudt de kostprijs van elektriciteit geproduceerd uit windparken op zee in Nederland zich tot die van elektriciteit geproduceerd uit kolen en hoe ontwikkelt deze verhouding zich tussen nu en 2030?

Voor de kostprijsontwikkeling van kolen richting 2030 wordt een gestage toename verwacht, leidend tot een kostprijs in 2030 van 10,3 tot 14,2 €ct/kWh. Deze wordt veroorzaakt door een hogere CO2-prijs, een lagere capaciteitsfactor en de inflatie.

De historische kostprijsontwikkeling van wind biedt weinig aanknopingspunten voor het bepalen van de toekomstige kostprijs. Schattingen uit het verleden komen structureel te hoog uit vergeleken met de veilingresultaten van de afgelopen drie jaar.

Op basis van deze veilingresultaten verwacht SEO een kostprijs tussen de 2 en 5 €ct/kWh in 2030. Deze wordt gerealiseerd via technologische ontwikkeling, schaal- en synergievoordelen, voldoende concurrentie over de gehele waardeketen en een gunstig en stabiel regelgevend kader, bestaande uit een gestaag aanbod van nieuwe locaties met bijbehorende subsidieregeling, een efficiënt veiling- en vergunningsproces en een goede regeling voor transport.

Naast de kostprijs voor elektriciteitsproducenten spelen ook maatschappelijke kosten een rol. Wanneer ook rekening gehouden wordt met deze maatschappelijke kosten, schuift de transitieperiode naar voren en wordt wind op zee goedkoper in de periode 2018-2021.

Beide kostprijsontwikkelingen kennen een ruime bandbreedte. Bij kolencentrales wordt deze bandbreedte vooral veroorzaakt door externe factoren die voor alle kolencentrales gelijk zijn. Bij wind op zee zullen daarentegen ook grote kostenverschillen bestaan tussen projecten, als gevolg van verschillen tussen locaties. Windparken op zee zullen in 2030 dan ook eerder 2 en 5 €ct/kWh kosten dan 2 of 5 €ct/kWh.