De energie-innovatieregelingen Topsector Energieregelingen (TSE), Hernieuwbare Energieregeling (HER) en Demonstratieregeling Energie-innovatie (DEI) van het Ministerie van Economische Zaken zijn geïntroduceerd om bij te dragen aan het verdienvermogen en het verduurzamen van het energiesysteem in Nederland. De voorliggende evaluatie van de regelingen is uitgevoerd door Dialogic en SEO Economisch Onderzoek. De nadruk bij de werkzaamheden van SEO lag op econometrische microdata-analyse. Daarbij is gekeken naar het effect van deelname aan een regeling op de mate van innovatieve activiteit, op de omvang van omzet en export en op het aantal werkzame personen in de periode 2011 tot en met 2016.

De uitgevoerde analyses geven geen indicaties voor positieve effecten van de HER op de mate van innovatieve activiteit, nauwelijks indicaties voor positieve effecten van TSE en geen robuuste indicaties van positieve effecten van DEI. De analyses geven geen indicaties van positieve effecten op omzet, export en aantal werkzame personen. Deze effecten doen zich waarschijnlijk op langere termijn voor dan effecten op innovatieve activiteit.

Deze uitkomsten suggereren dat project- of subsidietoekenning geen bepalende factor is voor de mate van innovatieve activiteit van aanvragers. Hierbij passen de volgende kanttekeningen. Ten eerste is de DEI specifiek gericht op vermarkting en commercialisering, terwijl ontwikkelingen met een commerciële of productieve betekenis juist zijn uitgesloten van de gebruikte maatstaf voor innovatieve activiteit. Deze maatstaf betreft investeringen in onderzoek, ontwikkeling en demonstratie zoals geregistreerd onder de regeling Wet Bevordering Speur- en Ontwikkelingswerk (WBSO-regeling). Eventuele effecten van de energie-innovatieregelingen op innovatieve activiteiten die zich niet uiten in toenames van WBSO-activiteit zijn niet onderzocht. Ten tweede zou het doen van een aanvraag (ook als dat niet tot projecttoekenning leidt) op zichzelf al kunnen leiden tot meer innovatie, omzet, export of werkgelegenheid, of zou er door de regelingen een verschuiving kunnen optreden van andersoortige innovatie naar specifiek energie-innovatie.

Voor de analyses zijn bedrijven die een projecttoekenning of subsidie hebben gehad vergeleken met bedrijven die een aanvraag hebben gedaan, maar geen projecttoekenning of subsidie hebben gehad. De robuustheid van de econometrische resultaten is onderzocht middels verschillende specificaties en gevoeligheidsanalyses.

Lees de brief die de minister van Economische Zaken en Klimaat naar aanleiding van de evaluatie aan de Tweede Kamer stuurde.