De Bossche Spoorzone is één van de projecten die in 2006 door het ministerie van VROM zijn ingediend bij de interdepartementale commissie ruimtelijke economie (ICRE) voor een bijdrage uit het Fonds Economische Structuurversterking (FES). Uiteindelijk is dit project niet meegenomen in de advisering van de ICRE, maar is met de minister van VROM de bestuurlijke afspraak gemaakt dat het project Bossche Spoorzone meedoet bij de afweging tussen projecten in het verdere besluitvormingstraject over de besteding van middelen uit het gereserveerde uitvoeringsbudget voor de Nota Ruimte. De gemeente ‘s-Hertogenbosch heeft SEO Economisch Onderzoek in dit kader gevraagd een MKBA (Maatschappelijke Kosten-Batenanalyse) op te stellen.

Van de Bossche Spoorzone zijn vier onderdelen vastgesteld ter bepaling van de maatschappelijke kosten en baten. Voor elk van de projecten zijn inschattingen gemaakt van de effecten. Deze zijn zoveel mogelijk in geld uitgedrukt. Het saldo van maatschappelijke baten en kosten is verkregen door de in geld uitgedrukte effecten contant te maken naar het jaar 2007 en de tevens contant gemaakte investeringskosten en terugkerende kosten daar van af te trekken. Behalve naar de kosten en baten is tevens gekeken naar de legitimiteit van overheidsingrijpen bij de projecten. De vraag luidt in dat geval: indien géén overheidsbijdrage wordt gegeven, zorgt ‘de markt’ (private partijen) er dan voor dat het project doorgaat, en wel op een manier die maatschappelijk gezien optimaal is? Als aan deze voorwaardes niet wordt voldaan, is (gehele of gedeeltelijke) overheidsfinanciering (gemeente, provincie en/of Rijksoverheid) legitiem.