Dit onderzoek vormt een onderdeel van de evaluatie van de Mededingingswet. Centraal staat de praktijk van het afbakeningsproces van relevante markten en de vraag of dit proces aan herziening toe is. Het gaat er niet om te bepalen of de huidige praktijk voldoet aan bepaalde beoordelingscriteria, maar om de vraag of bij de huidige praktijk in voldoende mate rekening wordt gehouden met de economische kritiek op afbakeningsprocessen en met de internationale discussies over marktafbakening en hieraan gerelateerde elementen van de verschillende mededingingsregimes.

Het antwoord op de centrale onderzoeksvraag is ‘ja’. De huidige benadering hoeft dus niet herzien te worden. De eindconclusie is dat – ondanks de economische (wetenschappelijke) kritiek – marktafbakening in veruit de meeste gevallen het noodzakelijke startpunt is in een mededingingszaak, en dat de SSNIP-test een zeer nuttige benadering is bij het afbakeningsproces. De NMa gebruikt met andere woorden het ‘juiste’ economische denkkader.

De SSNIP-test is echter geen statisch concept, maar is voortdurend in ontwikkeling. Anders gesteld: het concept wordt in sterke mate ingevuld op basis van voortschrijdende inzichten. Het toepassen van de test vereist dus een flexibele houding van de gebruiker – dus ook van de NMa.