In opdracht van de provincie Noord-Holland en de Gemeente Amsterdam heeft SEO een literatuurstudie uitgevoerd naar de economische betekenis van Schiphol. Daarnaast is inzichtelijk gemaakt welke effecten zich op korte-,middellange en lange termijn voordoen wanneer de luchthaven niet verder kan groeien.

De economische betekenis van een luchthaven kan op verschillende manieren worden ingeschat. De economische bijdrage benadering brengt in beeld hoeveel werkgelegenheid en toegevoegde waarde kan worden gerelateerd aan een luchthaven. Onderzoeken naar het economisch belang van Schiphol laten zien dat de luchthaven 60.000-90.000 banen en 4-8 miljard euro aan toegevoegde waarde ondersteunt binnen de sector. Buiten de sector zijn komen daar nog eens 50.000-200.000 banen en 3-18 miljard euro aan toegevoegde waarde bij. De grote bandbreedtes zijn het gevolg van het feit dat studies: verschillende definities hanteren, verschillende onderzoeksmethoden gebruiken en de effecten betrekking hebben op verschillende jaren. De welvaartsbenadering (in de vorm van een maatschappelijke kosten-batenanalyse (MKBA)) is breder dan de economische bijdrage benadering en neemt ook niet-economische effecten mee, zoals effecten van geluidhinder en effecten op het milieu. Bovendien houdt de welvaartsbenadering rekening met de dynamiek op de arbeidsmarkt. Onderzoek toont aan dat wanneer Schiphol wordt uitgebreid om aan de vervoersvraag te voldoen, er een welvaartseffect optreedt van enkele miljarden euro’s (totaal over toekomstige jaren). Het verlies van de hubfunctie daarentegen leidt tot een welvaartsverlies van ruim 600 miljoen euro per jaar. Tenslotte zijn er regionaal-economische multipliers die aangeven in hoeverre de groei van luchtverkeer leidt tot een toename in regionaal-economische grootheden, zoals de vestiging van hoofdkantoren of buitenlandse investeringen.

Capaciteitsschaarste leidt tot negatieve welvaartseffecten voor gebruikers van luchtvaartdiensten. Zij gaan meer betalen voor hun tickets, zijn mogelijk langer onderweg en hebben minder keuze ten aanzien van vluchttijden dan in een situatie zonder restricties. Hierdoor neemt het aandeel van de prijsgevoelige segmenten (low-cost verkeer, niet-zakelijk verkeer en vracht) af. Maatschappijen zetten hun beperkte slots in voor routes die het meest bijdragen aan het bedrijfsresultaat (lange-afstandsvluchten en zakelijke bestemmingen). Dit gaat ten koste van de diversiteit van het Schiphol-netwerk. Een daling van de relatieve netwerkkwaliteit zorgt ervoor dat de Schipholregio minder aantrekkelijk wordt voor bedrijven als vestigingslocatie. Dat kan een negatief effect hebben op de productiviteit. Schaarste leidt wel tot minder geluidhinder, uitstoot van schadelijke stoffen en onveiligheid rondom de luchthaven. Genoemde effecten nemen toe naarmate de schaarste toeneemt. De welvaartseffecten van aanhoudende schaarste, maar ook van uitbreidingsopties voor Schiphol, worden bij voorkeur inzichtelijk gemaakt middels een maatschappelijke kostenbatenanalyse.