Dit rapport onderzoekt de effecten van een loondoorbetalingverplichting voor uitzendbureaus. Wanneer uitzendbureaus hun zieke uitzendkrachten twee weken lang het laatstverdiende loon moeten doorbetalen, resulteren hogere uitvoeringskosten en hogere verzuimlasten. Ook zullen uitzendbureaus in toenemende mate overgaan tot risicoselectie. Dit vertaalt zich in een hogere werkloosheid onder uitzendkrachten.

Wanneer uitzendkrachten door twee instanties (UWV en het uitzendbureau) moeten worden begeleid, wordt dubbel werk geleverd wat tot hogere uitvoeringskosten leidt. Ook wordt in dit geval minder goed gebruikgemaakt van de expertise van UWV in de begeleiding van zieke werknemers.

Bij een doorbetaling van 91% van het laatstverdiende loon stijgen de verzuimlasten per saldo met minimaal 1,4% ofwel €3 miljoen. Dit is het saldo-effect van de hogere lasten als gevolg van een hogere uitkering, lagere lasten doordat de maatregel uitzendbureaus een prikkel geeft om het verzuim terug te dringen en hogere lasten doordat de hogere uitkering uitzendkrachten een prikkel geeft om meer te verzuimen.

Uitzendbureaus zeggen in interviews dat zij een strengere risicoselectie gaan toepassen wanneer zij het loon moeten doorbetalen. Dit is mogelijk omdat zij het verzuimrisico van sollicitanten bij referenties kunnen navragen. Ook in het verleden zijn bedrijven strenger op verzuimrisico’s gaan selecteren op het moment dat zij geconfronteerd werden met een loondoorbetalingverplichting.

Door een toename van uitvoeringskosten en verzuimlasten nemen de kosten van de te plaatsen uitzendkrachten voor het uitzendbureau toe. Dit leidt tot een afname van de werkgelegenheid. Daarnaast leidt risicoselectie tot een afname van de werkgelegenheid onder uitzendkrachten. De afname in werkgelegenheid is op basis van de bestaande (wetenschappelijke) literatuur niet in aantal banen uit te drukken.