In de Postregeling 2009 zijn regels uitgewerkt omtrent een systeem van kostengeoriënteerde tarieven voor de Universele Postdienst (UPD). De Minister van Economische Zaken heeft Rebel en SEO Economisch Onderzoek gevraagd om de Postregeling te evalueren.

Uit de evaluatie volgt dat de regeling te veel ruimte laat aan de UPD-verlener om naar eigen inzicht keuzes te maken in de kostentoerekening, hetgeen effect heeft op het kostenniveau van de UPD en overige diensten en daarmee op de betaalbaarheid van de UPD. Binnen de kostentoerekeningssystematiek is er ruimte om keuzes te maken die leiden tot substantieel andere kostenniveaus voor de UPD en overige diensten. PostNL heeft – gegeven de verschillen in mate van concurrentie op de verschillende segmenten van de postmarkt – de sterke strategisch-economische prikkel en de mogelijkheid om de ruimte die de regels biedt, zo te benutten dat kosten met name aan die UPD-diensten worden toegerekend waarbij PostNL de facto een monopolie heeft. Er zijn onvoldoende waarborgen dat de markt voorziet in disciplinerende werking hiervan.

De toezichthouder dient daartoe ten aanzien van de kostentoerekeningsregels over meer instrumenten te beschikken zodat hij onwenselijke kruissubsidiering effectiever kan voorkomen. Om effectief toezicht op de Postregeling te borgen dient de toezichthouder bij het vaststellen van de starttarieven inzage te krijgen in de kostentoerekeningsmethodiek en de mogelijkheid te krijgen om de methodiek en/of de op de methodiek gebaseerde tarieven goed te keuren. Tot slot is noodzakelijk dat de toezichthouder de mogelijkheid heeft om ex post te controleren of de tarieven daadwerkelijk conform de goedgekeurde methodiek zijn vastgesteld.

Verder dient de gevoeligheid voor volumewisselingen te verminderen, door (1) verkorting van de reguleringsperiode van 4 naar 3 jaar en (2) vaststelling van de volumes op basis van een door de toezichthouder uit te voeren extrapolatie van de volumeontwikkeling uit de afgelopen 3 jaar in plaats van slechts 1 jaar.