Publicatie
Implementatieonderzoek subsidieregeling ‘Verbetering basisvaardigheden’. Tranche 3 (tijdvak 1), eerste meting
Resultaten
Hoe verloopt de uitvoering van de activiteitenplannen op de scholen?
Tussen maart en april 2025 namen 1.833 scholen deel aan een beginmeting voor tranche 3 (tijdvak 1) van de subsidieregeling Verbetering basisvaardigheden. De respons was hoog (87–89%) en representatief.
De meeste scholen zetten in op taal (95 procent) en rekenen-wiskunde (87 procent), terwijl vo-scholen daarnaast vaker aandacht besteden aan burgerschapsvorming. De inzet van middelen gaat vooral naar deskundigheidsbevordering van het team, lesmateriaal, extra personeel en externe ondersteuning. De meeste scholen verwachten in het eerste subsidiejaar maximaal de helft van hun budget te besteden.
Interventies richten zich meestal op alle leerlingen, vooral bij burgerschapsvorming. In het vo is er vaker sprake van doelgroepgerichte aanpak op basis van leerjaar of onderwijstype. De activiteitenplannen zijn grotendeels intact gebleven sinds de aanvraag; slechts 13 procent heeft ze aangepast, vaak vanwege voortschrijdend inzicht. De uitvoering verloopt overwegend goed, met hogere tevredenheid in het po en go dan in het vo.
Ruim 75 procent van de scholen schakelt externe partijen in, voornamelijk private adviesbureaus en opleiders voor personeelsscholing, begeleiding en beleidsadvies. De uitgaven aan deze partijen verschillen sterk: een kwart van de scholen besteedt er niets aan, terwijl 4 procent meer dan de helft van het budget inzet op externen.
Hoewel veel scholen het nog te vroeg vinden om opbrengsten te beoordelen, ervaart ongeveer 30 procent al (zeer) positieve vorderingen op taal en rekenen, vooral in het po. Voor burgerschap geldt dit voor 21 procent van de scholen, en voor digitale vaardigheden voor 15 procent, waarbij go-scholen vooroplopen.
Het onderzoek
Het consortium van Sardes en SEO Economisch Onderzoek verricht gedurende de looptijd van de subsidieregeling ‘Verbetering basisvaardigheden’ het meerjarige implementatieonderzoek (2023 t/m 2026) onder drie tranches van scholen in het primair onderwijs (po) en voortgezet onderwijs (vo) die aanvullende middelen ontvangen voor het verbeteren van de basisvaardigheden in taal, rekenen en wiskunde, burgerschapsvorming en/of digitale geletterdheid.
De aanleiding voor de subsidieregeling wordt gevormd door toenemende zorgen over de ontwikkeling van voorgenoemde vier basisvaardigheden bij leerlingen in het funderend onderwijs. Het implementatieonderzoek is onderdeel van de monitoring en evaluatie van het Masterplan basisvaardigheden en wordt in opdracht van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) uitgevoerd. De centrale vraag waarop het implementatieonderzoek antwoord geeft is: Hoe verloopt de implementatie van de subsidieregeling ‘Verbetering basisvaardigheden’ op de deelnemende scholen en welke effecten ervaren scholen bij hun leerlingen?
Gebruikte methoden
Het implementatieonderzoek bestaat uit een combinatie van kwantitatief én kwalitatief onderzoek, waarbij onderscheid wordt gemaakt in:
- Nagaan hoe de scholen die subsidie ontvangen zich verhouden tot de scholen die geen subsidie krijgen en de doelpopulatie van scholen;
- Uitvoeren van een systematische inhoudsanalyse van de schoolspecifieke activiteitenplannen (kwalitatief én kwantitatief);
- Enquêteonderzoek onder alle deelnemende scholen in Nederland (kwantitatief).
Publicatie gegevens
Heeft u vragen over deze publicatie?
Neem contact op met Emina van den Berg via telefoon of mail. Zij zal zo spoedig mogelijk reageren op uw vragen.
Emina van den Berg
"*" geeft vereiste velden aan