Investeren in een duurzame energiehuishouding in Nederland loont: de maatschappelijke baten zijn groter dan de kosten. Dit is de conclusie van een kengetallen kosten-batenanalyse van de investeringen die nodig zijn voor de totstandkoming van een duurzame energiehuishouding.

De kosten-batenanalyse is uitgevoerd tegen de achtergrond van twee economische scenario’s die als mogelijk beeld voor de toekomst veronderstellen dat de wereld wel of geen gezamenlijke inspanning pleegt om duurzaamheid te bevorderen. Dit zijn geen projecties met uitspraken over een waarschijnlijke toekomst, maar analytische constructies om grip te krijgen op de onZekerheid die inherent is aan investeringen met een zichtlijn van minstens 40 jaar. Zo laat het ‘business as usual’ scenario zien wat er gebeurt als er geen effectieve internationale samenwerking van de grond komt om de energiehuishouding wereldwijd te verduurzamen. In dit scenario is Nederlands beleid gericht op een ambitieuze doelstelling voor duurzame energie relatief duur. De doelstellingen voor duurzame energie zijn goedkoper te realiseren in het Blue Map scenario dat veronderstelt dat via internationale afspraken wereldwijd de uitstoot van broeikasgassen en overige emissies flink wordt teruggebracht in de periode tot 2050. De resultaten voor de scenario’s kunnen dus niet ongekwalificeerd vergeleken worden. Het zijn ‘wat als’ conclusies. Als er internationaal een flinke verduurzaming plaatsvindt zijn de kosten voor Nederland lager dan bij een “alleingang”.

Er zijn verschillende routes naar minder uitstoot van broeikasgassen. Dit rapport onderzoekt de maatschappelijke kosten en baten van verschillende mogelijkheden om in Nederland in 2050 de uitstoot van CO2 met 80% te verminderen. De centrale conclusie van het onderzoek is dat een route met veel hernieuwbare energie geen totaal ander saldo oplevert van maatschappelijke kosten en baten dan een route waarin CO2-opslag en kerncentrales centraal staan.