In de periode 2016-2021 is er voor 12.753 MW aan vermogen voor hernieuwbare elektriciteit bijgekomen. Zonnestroom speelt hierbij een steeds grotere rol: 74 procent van het nieuw opgesteld vermogen is afkomstig van zonnepanelen. Huishoudens spelen met 3.418 MW aan panelen op woningen een belangrijke rol. Naar verwachting verschuift dit beeld de komende jaren door extra windprojecten op zee (die wel al zijn aangekondigd, maar nog niet gegund) met een vermogen van 6.100 MW. Juist in die markt zien we dat met name grote individuele partijen investeren. Vattenfall geldt als de grootste duurzame investeerder.

Toename opgesteld vermogen
Op basis van gegevens van het CBS blijkt dat het opgestelde vermogen in Nederland tussen 2016 en 2021 met 12.753 MW is gestegen van 5.842 naar 18.595 MW. Dit zijn de gerealiseerde investeringen in hernieuwbare stroom. Het grootste deel is afkomstig van zonnestroom: 9.424 MW, oftewel 74 procent van het totaal. Elektriciteitsopwekking door windturbines is in diezelfde periode toegenomen met 3.228 MW, waarvan 65 procent op land. Van de toename in zonnestroom komt 3.418 MW van panelen op woningen en de overige 6.006 MW door het bedrijfsleven. Zo is de landbouw, bosbouw en visserij goed voor een toename van 1.245 MW en de energievoorziening voor 2.072 MW. Stroomleveranciers investeerden in die periode voor 2.842 MW, waarvan 1.134 MW gereed is.

Beschikkingen in het kader van SDE+
Tussen 2016 en 2020 is er voor 26.459 MW aan SDE+-beschikkingen voor de opwekking van hernieuwbare elektriciteit toegekend en daarnaast is er 3.051 MW aan windparkprojecten op zee gegund. De SDE+-beschikkingen zijn een indicator voor de investeringen in hernieuwbare elektriciteit, maar een deel van de beschikkingen is nog niet gerealiseerd of wordt mogelijk nooit gerealiseerd. Van alle SDE+-beschikkingen is naar schatting 9.519 MW “agro-gerelateerd”: denk aan windmolens op landbouwgrond of zonnepanelen op stallen. Dit is echter niet per se in eigendom van boeren en tuinders.

Kijkend naar de technologie, is verreweg het grootste deel van de beschikkingen bestemd voor zonnestroom: 21.590 MW, oftewel 82 procent van het totaal. Wind op land neemt een steeds kleiner deel, met 15 procent. Volgens de Routekaart Windenergie op zee wordt er de komende jaren naar verwachting nog 6.100 MW aan projecten op zee gegund. Dat valt buiten de SDE+ beschikkingen, zoals in dit onderzoek meegenomen.

Individuele investerende partijen
Als we kijken naar de actoren, dan is Vattenfall de grootste individuele investeerder in hernieuwbare opwek, met 1.295 MW in eigendom. GroenLeven is met 1.473 MW verantwoordelijk voor het grootste vermogen op basis van SDE+-beschikkingen. Hierbij acteert Groenleven niet overal als investeerder in de projecten die zij faciliteren met SDE+-aanvragen. Enkele zonnestroomprojectontwikkelaars zijn verantwoordelijk voor de grote toename van het opgestelde vermogen aan zonnestroom. Daarnaast zijn er enkele grote (buitenlandse) (investerings)concerns die aandelen in Nederlandse windparken op zee hebben gekocht. Tot slot valt op dat de investeringen door individuele stroomleveranciers sterk verschillen en dat de meeste leveranciers in Nederland tussen 2016 en 2021 niet in hernieuwbare stroomproductie hebben geïnvesteerd. Na Vattenfall met een totaal van 1.295 MW volgen Greenchoice (623 MW), Eneco (572 MW), PureEnergie (155 MW), HVC (112 MW), ENGIE (67 MW), en Vrijopnaam en EasyEnergy (ieder 9 MW). Deze investeringen betreffen netto investeringen, waarbij dus rekening is gehouden eventuele verkopen van productiecapaciteit (desinvesteringen).