Het onderzoek
Per 1 januari 2019 is de lage dosis Vitamine D (minder dan 5.600 IE) uit het basispakket van de zorgverzekering gegaan. Vektis (2019) en Nivel (2020) concluderen dat vervolgens substitutie heeft plaatsgevonden naar het gebruik van een hogere dosis. Het aantal gebruikers is gedaald, terwijl de kosten zijn gestegen. Verzekeraars hebben daarop bij de minister van VWS aangedrongen op een nieuwe herziening van de vergoeding. Op 10 maart 2021 heeft de minister van VWS advies gevraagd aan het Zorginstituut over de vergoeding van hoge doses vitamine D en de combipreparaten met calcium.

Voor de discussie is het belangrijk om te weten wat de maatschappelijke gevolgen zijn als ook de hogere dosis vitamine D en combipreparaten (vitamine D in combinatie met calcium) uit het basispakket verdwijnen. Goodlife Pharma b.v. en Galephar Netherlands b.v. hebben daarom SEO Economisch Onderzoek gevraagd om de literatuur over vitamine D-deficiëntie en het effect van vitamine D-supplementen in kaart te brengen.

Resultaten
In Nederland heeft 60 procent van de mensen in de wintermaanden een vitamine D-tekort. Vitamine D-tekort hangt samen met verschillende typen kanker, hart- en vaatziekten, luchtwegaandoeningen en broze botten.

Gebruikers van voorgeschreven vitamine D-supplementen, al dan niet in combinatie met calcium, zijn voornamelijk ouder dan 45 jaar, vrouw en hebben een laag inkomen (Nivel, 2020). 52 procent van de gebruikers behoort tot de 40 procent huishoudens met het laagste inkomen in Nederland.

Uit enkele studies blijkt dat de combinatie van vitamine D-supplementen met calcium kosteneffectief is voor de behandeling van osteoporose. Het is dus belangrijk dat patiënten de supplementen blijven gebruiken als ze de kosten niet meer vergoed krijgen. Als vitamine D-supplementen met calcium  buiten het basispakket gaan vallen, dan zullen patiënten de supplementen zelf moeten betalen. Dat kost ze 67 tot 900 euro per jaar.