Het onderzoek

Sinds 2017 zet UWV weer meer in op persoonlijke dienstverlening voor WW-gerechtigden. Het nieuwe dienstverleningsconcept WW omvat de totale inrichting van WW dienstverlening bestaande uit online selfservice dienstverlening, scholing, bemiddelingsactiviteiten vanuit het werkgeverservicepunt, persoonlijke dienstverlening door een adviseur van UWV en handhaving. Handhaving vindt preventief plaats via het digitaal informeren over rechten en plichten, alsmede het online versturen van de sollicitatietaak. Indien nodig wordt handhaving correctief ingezet. Dit betreft het informeren, controleren, corrigeren en sanctioneren bovenop de preventieve handhaving. De nieuwe dienstverleningsformule omvat zowel persoonlijke dienstverlening als (correctieve) handhaving. Het doel van het nieuwe dienstverleningsconcept WW is om de kansen van WW-klanten op de arbeidsmarkt te verbeteren en de uitstroom naar werk te bevorderen. UWV en het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) willen met dit onderzoek achterhalen of dit doel inderdaad wordt bereikt door de inzet van de nieuwe dienstverleningsformule.

Resultaten

De inzet van persoonlijke dienstverlening door UWV voor WW-klanten die tussen 1 december 2017 en 31 december 2018 zijn ingestroomd, heeft een significant positief effect op het vinden van werk ten opzichte van de basisdienstverlening door UWV. Tegelijkertijd daalt ook het beroep op de WW als gevolg van persoonlijke dienstverlening. Dat betekent dat persoonlijke dienstverlening zorgt voor een snellere uitstroom uit de WW en een snellere werkhervatting, maar deze effecten beperken zich tot de eerste 24 maanden na instroom in de WW. Het effect op het vinden van werk is sterker voor WW-klanten met een relatief gunstige arbeidsmarktpositie, het effect op het beroep op de WW is sterker voor WW-klanten met een relatief minder gunstige arbeidsmarktpositie. Juist bij deze laatste groep is de inzet van persoonlijke dienstverlening het grootst geweest. Ondanks de relatief kleine effecten, liggen de maatschappelijke baten van het nieuwe dienstverleningsconcept WW 30 maanden na instroom in de WW aanzienlijk hoger dan de kosten (212 versus 97 miljoen euro).

Methode

Om een goede effectmeting mogelijk te maken heeft UWV gekozen voor een experimentele opzet van het onderzoek: personen die tussen 1 december 2017 en 31 december 2018 zijn ingestroomd in de WW zijn willekeurig ingedeeld in een dienstverleningsgroep (80 procent), een handhavingsgroep (10 procent), of een controlegroep zonder handhaving (10 procent). De groepen verschillen in welke dienstverlening voor hen beschikbaar is. Door deze experimentele opzet is het mogelijk de effecten van de dienstverleningsformule als geheel zuiver te meten, evenals de effecten van alleen persoonlijke dienstverlening en alleen handhaving. Een eenvoudige vergelijking van de uitkomsten tussen de onderzoeksgroepen geeft het effect van het aanbieden van (persoonlijke) dienstverlening, ook wel het Intention-To-Treat effect (ITT) genoemd. Een schatting van het zogenaamde Local Average Treatment Effect (LATE) geeft het effect weer van het daadwerkelijk inzetten van (persoonlijke) dienstverlening en/of handhaving voor alleen de groep WW-klanten die ook daadwerkelijk persoonlijke dienstverlening en/of handhaving hebben gehad, en die zonder indeling in de dienstverleningsgroep deze dienstverlening niet zouden hebben gehad.