Het beleid ten aanzien van loterijen is restrictief en beoogt daarmee kansspelverslaving tegen te gaan, de consument te beschermen en illegaliteit en criminaliteit te bestrijden. Beperking van het aantal vergunningen in de markt en staatseigendom van loterijen zijn echter weinig effectief om deze doelen te bereiken. Toch blijkt een beperkt aantal vergunningen die niet frontaal concurreren economisch optimaal. Het is daarbij wel van belang dat toetreders bij de verlening van die vergunningen eerlijke kansen hebben en overgangsproblemen worden opgelost. Daarnaast zou de markt open kunnen staan voor kleinschalige goededoelenloterijen waarbij het accent ligt op fondsenwerving.