De horecatapbiermarkt werkt niet goed. Zo is er voor de cafébezoeker weinig keuze aan de tap. Er is doorgaans maar één soort tapbier te krijgen, doordat brouwerijen exclusiviteitseisen opleggen in de afspraken met horecaondernemers. Dit leidt tot hogere prijzen en minder prikkels voor innovatie wat nadelig is voor consumenten.

75 procent van de bierafzet wordt verkocht door aan de brouwerijen gebonden drankverstrekkende horecaondernemingen. Deze verticale binding tussen horecaondernemingen en brouwerijen neemt de vorm aan van een bruikleenovereenkomst voor de installatie(s), een financieringsovereenkomst, een borgstellingsovereenkomst of een huurcontract. De binding wordt gecombineerd met een exclusieve afnameverplichting. Hierdoor mag de horecaonderneming alleen het tapbier van de betreffende brouwerij schenken. Dit betekent dat er geen concurrentie op de tap is. Daarmee zijn de verticale overeenkomsten concurrentiebeperkend. Consumenten kunnen niet kiezen.

De binding heeft ook nadelige gevolgen voor de horecaondernemingen. Het leidt onder meer tot hogere inkoopprijzen voor bier, lager rendement en relatief veel faillissementen. De door de brouwerijen bewust gecreëerde overcapaciteit van horecaondernemingen verlaagt de bereidheid van banken om de horecasector te financieren. Door het risico op faillissement, het lage rendement en doordat de vaste activa vaak in het bezit zijn van de brouwerij, zijn banken minder geneigd om financiering te verstrekken aan horecaondernemingen. Hierdoor zijn horecaondernemingen nog meer aangewezen op de brouwerijen, waardoor de binding toeneemt. Dit wordt ondersteund door de overstapcijfers van cafés. Als gevolg van de geringe overstap blijft in de meerderheid van de gevallen de gebondenheid gelijk of neemt deze toe. De overeenkomsten met brouwerijen en de in het kader daarvan verschafte financieringen zijn zo een afspraak met een zure afdronk.

De horecabiermarkt kan alleen effectief werken als er concurrentie op de tap ontstaat. Daartoe is het noodzakelijk dat exclusiviteitsvereisten in de verticale overeenkomsten tussen brouwerijen en horecaondernemers verdwijnen.