SEO Economisch Onderzoek heeft – in opdracht van het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat – een notitie opgesteld over de geldende nachtregimes en tariefdifferentiaties op drie grote Europese luchthavens: Londen Heathrow, Parijs Charles de Gaulle en Frankfurt. Tevens is de uitwerking daarvan op het werkelijke aantal nachtvluchten in beeld gebracht.

Resultaten
Frankfurt hanteert op het eerste gezicht het meest restrictieve beleid met een volledige nachtsluiting. Op London Heathrow zijn jaarlijks maximaal 5.800 nachtvluchten toegestaan. Parijs Charles de Gaulle staat meer nachtvluchten toe, al neemt het beschikbare aantal nachtslots wel elk jaar af. Het is hierbij belangrijk om op te merken dat de drie luchthavens de nachtperiode verschillend definiƫren. Op Frankfurt duurt de nacht van 23:00 tot 05:00, op London Heathrow van 23:30 tot 06:00 en op Parijs van 22:00 tot 06:00.

De verschillen tussen de luchthavens blijken klein wanneer het aantal vluchten in de tijdsperiode tussen 23:00 en 07:00 (de nachtperiode zoals die geldt op Schiphol) wordt vergeleken. In 2019 lag het aantal geplande vluchten in die periode tussen ongeveer 26.600 op Frankfurt en 32.600 op Parijs Charles de Gaulle. Die totalen wijken niet af van wat er in dezelfde periode op Schiphol gebeurt. Het grootste deel van de vluchten tussen 23:00 en 07:00 vond op alle drie de luchthavens plaats in de ochtenduren tussen 05:00 en 07:00.

De drie luchthavens rekenen hogere landingsgelden en/of geluidsgelden of -heffingen in de nacht dan tijdens de dag. De parkeertarieven zijn in de nacht juist lager dan gedurende de dag. Op Parijs Charles de Gaulle en Frankfurt maken de gelden waarin wordt gedifferentieerd naar dag en nacht minder dan 10 procent uit van het totaal aan luchthavengelden en overheidsheffingen. De landingsgelden op Londen Heathrow zijn met ongeveer 25 procent van de totale luchthavengelden en overheidsopbrengsten het meest relevant in de vergelijking.