Instellingen voor hoger onderwijs in de metropoolregio Amsterdam moeten beter samenwerken met het bedrijfsleven. Want alleen dan kan de regio optimaal de vruchten plukken van innovatie uit het hoger onderwijs.

Dat blijkt uit een analyse van SEO Economisch Onderzoek in het kader van een internationale studie van de OECD. De regio – die zich grofweg uitstrekt van Amsterdam tot aan Hilversum, Almere en Alkmaar – telt ruim 1,2 miljoen inwoners en heeft een bruto regionaal product van ruim 61,5 miljard euro per jaar.

Uit het onderzoek blijkt dat hoger onderwijs een belangrijke motor is achter de welvaart in de metropoolregio, maar dat er onvoldoende uitwisseling van kennis plaatsvindt tussen hoger onderwijsinstellingen en bedrijfsleven. Amsterdam heeft een grote diversiteit aan hoger onderwijs en de kwaliteit van het onderzoek is hoog. Deze uitgangspositie biedt veel mogelijkheden om de concurrentiekracht van de regio te versterken. Toch vertaalt de stevige kennisbasis zich onvoldoende in R;D investeringen in het bedrijfsleven. De regionale investeringen in R;D liggen met 1,6% van het bruto regionaal product sinds 2000 ongeveer 10% beneden de nationale investeringsquote. De regio dreigt kortom de boot te missen als het gaat om investeringen in de kenniseconomie.

SEO Economisch Onderzoek heeft een analyse van de sterke en zwakke punten gemaakt van de kenniseconomie in de metropoolregio. De nadruk ligt daarbij op het innovatieklimaat, de arbeidsmarkt en de bijdrage van het hoger onderwijs aan sociale, duurzame en culturele ontwikkeling. De hoofdconclusie is dat Amsterdam met zijn diverse achtergrond op al deze terreinen veel te bieden heeft. De kennisbasis is sterk met veel hoger onderwijs en een relatief jonge beroepsbevolking. Dat uit zich onder meer in de sterke groei van sleutelsectoren voor Amsterdam zoals de life sciences en de creatieve industrie die goed aansluit bij het culturele profiel van Amsterdam.

De keerzijde is dat de metropoolregio zich staande moet houden in concurrentie met andere wereldsteden. Dat legt vooral druk op de onderkant van de regionale arbeidsmarkt en creëert het risico van een verdeelde arbeidsmarkt waarbij lager opgeleiden (waaronder veel allochtonen) het onderspit delven. Dit is een ontwikkeling die in de toekomst het sociale kapitaal in de metropoolregio onder druk kan zetten. Daarnaast zorgen files en de overspannen huizenmarkt ervoor dat hogeropgeleiden zich steeds meer buiten de stad vestigen. Op termijn kan dit betekenen dat ook de werkgelegenheid zich in toenemende mate buiten de stad gaat ontwikkelen.

Kortom: er staat de komende jaren veel op het spel. Wil de metropoolregio Amsterdam internationaal een rol blijven spelen, dan zijn meer investeringen in R;D en ondernemerschap in onderwijs en onderzoek een must. Regionale spelers zullen hiertoe een gezamenlijke innovatie agenda moeten formuleren. Dit vergt een leiderschapsrol van regionale overheden (inclusief hoger onderwijsinstellingen) en het stroomlijnen van de overlegorganen van de partijen in het kennisveld. Maar ook het bedrijfsleven moet zich meer proactief opstellen om aan de benodigde kennis voor innovatie te komen. Een van de belangrijkste conclusies is dat Amsterdam het zich niet kan veroorloven om talent te verspillen. Effectieve regionale onderwijssystemen zijn nodig om alle jongeren een kans te geven door te stromen naar het hoger onderwijs met nadruk op het talent uit sociale achterstandsgroepen.

Dit onderzoek is uitgevoerd in opdracht van VU Amsterdam, Universteit van Amsterdam, Hogeschool van Amsterdam, Hogeschool INHolland, Gemeente Amsterdam, ING en Kamer van Koophandel als bijdrage van de regio Amsterdam aan het OESO programma voor de versterking van de rol van hoger onderwijs in regionale en stedelijke ontwikkeling. De resultaten van de zelfevaluatie zijn in opdracht van de OESO getoetst door een commissie met onafhankelijke experts. Het oordeel van de commissie zal neerslaan in gerichte aanbevelingen van de OESO voor verbetering van de positie van hoger onderwijs in de Metropoolregio Amsterdam.