De nieuwe wet Kinderopvang heeft geleid tot meer aanbod van kinderopvang en aanbieders houden meer rekening met de wensen van ouders. Tegelijkertijd bestaan er nog steeds wachtlijsten en is de kwaliteit van kinderopvang in de periode 2004-2008 gedaald. Dit betekent dat de markt nog niet optimaal werkt.

Tot 2005 werd kinderopvang betaald uit ouderbijdragen en uit subsidies van gemeenten en werkgevers aan de aanbieders van kinderopvang. Deze systematiek leidde tot lange wachtlijsten en stimuleerde aanbieders niet om rekening te houden met de wensen van ouders. Vandaar dat op 1 januari 2005 de Wet kinderopvang ingevoerd is. Deze wet introduceerde vraagsturing en beoogde zo de werking van de markt voor kinderopvang te verbeteren. Sindsdien betalen ouders de volledige prijs van kinderopvang aan de aanbieder. Een deel van de prijs die zij betalen krijgen zij terug van de overheid. De vergoeding is afhankelijk van het huishoudinkomen en de kosten die worden vergoed zijn gebonden aan een maximum uurtarief. Aanbieders van kinderopvang krijgen geen subsidie meer, alle subsidies gaan direct naar de ouders. Het idee achter de nieuwe wet is dat op deze manier aanbieders gedwongen worden om rekening te houden met de wensen van de ouders. Hierdoor zou de kwaliteit moeten stijgen en de wachtlijsten verdwijnen. Het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OC & W) heeft, nu we vier jaar verder zijn, SEO Economisch Onderzoek verzocht de Wet kinderopvang te evalueren.

Het doel van de nieuwe wet is gedeeltelijk bereikt. Aanbieders houden nu meer rekening met de wensen van ouders. Ook hebben zij gereageerd op de toenemende vraag met een uitbreiding van het aanbod. Daardoor zijn er meer locaties in de buurt van de woning van de ouders en is de reistijd verkort. Marktwerking heeft niet geleid tot het verdwijnen van de wachtlijsten. Het aanbod van formele kinderopvang is sterk toegenomen, maar heeft geen gelijke tred gehouden met de toegenomen vraag naar kinderopvang. De kwaliteit van kinderopvang is volgens getrainde waarnemers gedaald sinds de invoering van marktwerking en in de perceptie van ouders gelijk gebleven. Ouders zijn in 2008, evenals in 2004, zeer tevreden over de kwaliteit van de kinderopvang. Het bestaan van wachtlijsten en de daling van de kwaliteit van kinderopvang betekent dat de markt nog niet optimaal werkt.

Voor een goede marktwerking is het nodig dat ouders een prijs/kwaliteitafweging maken en dat aanbieders met elkaar concurreren. Aan beide voorwaarden is niet voldaan. Er zijn op veel plaatsen wachtlijsten voor populaire dagen (maandag, dinsdag en donderdag). Ouders hebben daardoor weinig keuzemogelijkheden: zij accepteren de opvang waar het snelst op de dagen van hun voorkeur plek vrijkomt. Dit maakt dat aanbieders niet scherp met elkaar hoeven te concurreren. Concurrentie op kwaliteit vindt in beperkte mate plaats. Aanbieders proberen zich te onderscheiden op voor de ouders zichtbare zaken zoals activiteiten voor de buitenschoolse opvang, mooie binnen- en buitenruimtes, kleinschaligheid en langere openingstijden. Op voor de ouders niet waarneembare kwaliteit wordt vrijwel niet geconcurreerd.

De belangrijkste oorzaken voor het gebrek aan aanbod zijn toetredingsbelemmeringen als gevolg van een gebrek aan locaties, onZekerheid over de regelgeving van de overheid en de voorkeur van ouders voor opvang op populaire dagen. Deze oorzaken belemmeren zowel bestaande instellingen als potentiƫle toetreders om te investeren in uitbreiding van de capaciteit dan wel het opzetten van een nieuwe locatie.