Er is qua werk een sterke groei te zien voor Wsw’ers die eind 2014 op de wachtlijst stonden. In 2014 werkte negen procent en in 2017 21 procent. Het merendeel van degen die aan het werk komen (rond de zeventig procent) heeft een tijdelijke baan. Van degenen die eind 2014 al werkten in een sociale werkplaats zijn de meesten daar nog steeds aan het werk. Van degenen die toen een tijdelijk contract had, hebben de meesten eind 2017 een vast contract.

Dienstverlening van gemeenten en UWV wordt voornamelijk ingezet voor Wsw’ers zonder baan, namelijk Wsw’ers op de wachtlijst en Wsw’ers van wie het tijdelijke contract afloopt. De inzet van loonkostensubsidie/loondispensatie voor wachtlijsters nam sterk toe, van twee procent eind 2015 naar negen procent eind 2017. Het aantal wachtlijsters dat werkt op een door gemeenten gecreĆ«erde beschutte werkplek is eind 2017 gestegen tot bijna twee procent. Ook als het gaat om de inzet van een jobcoach dan is een toename zichtbaar. Daarnaast zetten gemeenten voor ruim twintig procent van de wachtlijsters overige dienstverlening in.

Op basis van CBS-microdata zijn WSW’ers die eind 2014 op de wachtlijst stonden van de WSW of werkten in een SW-bedrijf gevolgd in de tijd. Gemeten is in welke situatie zij zich bevonden eind 2015, 2016 en 2017 wat betreft onder andere werk, scholing en een uitkering.