De regionalisering van de Bouwprognoses 2002-2007 is een aanvulling op de landelijke prognoses voor de bouw. Al enige jaren wordt deze aanvulling in opdracht van het ministerie van Volkshuisvesting, Milieubeheer en Ruimtelijke Ordening opgesteld. Het doel van de Bouwprognoses is om uitgaande van de officiële CBS-cijfers een vooruitblik te werpen op de korte en middellange termijn van de bouwsector.

De nieuwbouw valt tegen in 2002 en 2003. De productiewaarde loopt terug, evenals het aantal gereed te komen woningen. De gemiddelde woningbouwbezetting daalt niet meer. Bij de huidige woningnieuwbouw kan deze licht stijgen. Hoewel deze stijging zeer bescheiden zou zijn, is het niettemin een trendbreuk. Uitgaande van een vuistregel dat de nieuwbouw circa 1 procent van de woningvoorraad betreft, komen we daar juist onder uit, uitgaande van de uitbreiding van het aantal huishoudens zouden er meer woningen gebouwd moeten worden. De ondergrens zou dan bij 80 tot 85 duizend woningen moeten liggen. Als de groei van het aantal huishoudens als leidraad genomen wordt voor de nieuwbouw, dan moeten er in landsdeel West jaarlijks (exclusief vervangende nieuwbouw voor sloop) 35 duizend woningen bijkomen. In landsdeel Oost en Zuid moeten 20 duizend woningen worden bij gebouwd en in landsdeel Noord zevenduizend.

De utiliteitsbouw groeide de afgelopen jaren zeer sterk. In 2002 komt er naar verwachting een einde aan deze periode van sterke groei. Ingegeven door verslechterde economische vooruitzichten en de grotendeels uitgevoerde verhuisplannen daalt het bouwvolume in de utiliteitsbouw met 1,5 procent tot 12,0 miljard euro. Dit wordt volledig ingegeven door een teruggang van de nieuwbouw met 4,3 procent. De verwachting is dat op middellange termijn het bouwvolume voor de utiliteitsbouw na de sterke stijging eind jaren negentig en de eerste jaren van het nieuwe millennium in 2003 sterk daalt (4,2 procent).

Omdat een groot deel van de kantorennieuwbouw in landsdeel West plaatsvindt, zal daar in de komende jaren de grootste teruggang plaatsvinden. In de landsdelen Noord neemt de nieuwbouw tot 2007 af met 100 miljoen, in Oost en Zuid is de teruggang wat groter met een bedrag van 300 tot 400 miljoen euro. In landsdeel West zal de teruggang bijna een miljard zijn. Ten opzichte van 2001 is dat een teruggang van bijna een kwart. De teruggang in Noord, Oost en Zuid wordt volledig gecompenseerd door de groei van niet-nieuwbouw activiteiten op de middellange termijn, maar in landsdeel West slechts voor ongeveer de helft. In West zal dus een structurele krimp van de utiliteitsbouw plaatsvinden door de terugloop in de zakelijke diensten.