Resultaten
De baankansen van hbo- en wo-afgestudeerden die in de tweede helft van 2019 de arbeidsmarkt opkwamen zijn na een korte dip tijdens het begin van de coronapandemie gemiddeld hoger dan die van de vorige lichting starters. De startsalarissen van hbo- en wo-afgestudeerden circa één jaar na afstuderen zijn voor het afstudeercohort 2018-2019 verder gestegen ten opzichte van het afstudeercohort 2017-2018. Daarnaast is de duur tot een substantiële baan voor het afstudeercohort 2018-2019 verder gedaald. De mate waarin afgestudeerden één jaar na afstuderen een vast dienstverband hebben, is bij hbo-afgestudeerden gestegen en bij wo-afgestudeerden licht gedaald.

Het salaris, de duur tot een substantiële baan en de kans op een vast dienstverband verschillen sterk per gevolgde opleiding. Afgestudeerden van lerarenopleidingen en technische opleidingen vinden nog steeds het snelst een substantiële baan. Afgestudeerden Verloskunde en Maritiem Officier (hbo) en Tandheelkunde en Geneeskunde (wo) verdienen het meest, gevolgd door Verpleegkunde, Mondzorgkunde en Fysiotherapie (hbo) en Diergeneeskunde en Econometrie (wo).

Persoonskenmerken hangen in minder sterk samen met de startpositie van afgestudeerde hbo’ers en wo’ers dan de gevolgde opleiding. Toch pakt de overgang naar de arbeidsmarkt voor bepaalde groepen afgestudeerden gunstiger uit. Zo vinden oudere afgestudeerden, uitwonende afgestudeerden en afgestudeerden met relevante werkervaring eerder een substantiële baan en hebben zij een hoger startsalaris.

Het onderzoek
Studie & Werk 2021 baseert zich op de arbeidsmarktpositie één jaar na afstuderen van het cohort dat afstudeerde in 2018-2019 en de arbeidsmarktpositie tien jaar na afstuderen van het cohort dat afstudeerde in 2009-2010. De arbeidsmarktpositie wordt onderzocht aan de hand van drie pijlers: het startsalaris, de duur tot een baan van substantiële omvang en salaris en de kans op een vast contract. Het onderzoek bestaat uit drie delen: 1) een beschrijving van de ontwikkeling van de arbeidsmarktpositie van hoger opgeleiden, 2) een analyse van opleidingsverschillen in de arbeidsmarktpositie en 3) een analyse van de samenhang tussen de arbeidsmarktpositie en individuele en opleidingskenmerken.

Gebruikte methode
Het onderzoek gebruikt integrale gegevens over afgestudeerden aan hbo- en wo-opleidingen via de Microdata van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). Door het integrale karakter van de CBS Microdata geeft Studie & Werk een compleet beeld van de arbeidsmarktpositie van alle afgestudeerden in Nederland. Op deze gegevens worden statistische en econometrische analyses uitgevoerd om verschillen nader te analyseren.

Bestanden